De situatie wás niet gevaarlijk maar de rechtbank Rotterdam begrijpt dat de politie dácht dat er wel onheil dreigde. De rechters vinden daarom dat twee agenten die op 7 april 2013 de wegrennende 29-jarige Mike Stok ten onrechte in een tuin in Rotterdam-Zuid doodschoten, geen straf verdienen. De politie heeft immers „verschoonbaar gedwaald”. Juridisch gezegd: er is sprake van putatief noodweer. De agenten worden ontslagen van rechtsvervolging.
Grote opluchting gisteren bij de twee agenten die werden vervolgd wegens doodslag. Ook de aanhang verliet de rechtbank opgewekt. Bij de politie was de spanning de afgelopen weken hoog opgelopen nadat vorige maand de rechtbank Limburg in vergelijkbare omstandigheden een agent wel had veroordeeld. De Limburgse diender moet van de rechtbank twee jaar gaan zitten omdat hij „buitenproportioneel en ondoordacht” handelde door te schieten bij de aanhouding op 22 augustus 2013 van een bestuurder waarbij een bijrijder gewond raakte.
In Rotterdam ging het om een agressieve man die ruzie kreeg met stadswachten omdat zijn honden niet waren aangelijnd. Toen de politie erbij kwam, rende de man een tuin in. Hij zwaaide met een op een bijl lijkende wandelstok en reageerde niet op politiebevelen en waarschuwingsschoten.
De agenten die op hem schoten – eentje miste en de ander raakte Stok twee keer – kunnen zich volgens de rechters niet op noodweer beroepen. Er was namelijk geen gevaar van „ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding”. Maar de waarschijnlijk dronken verdachte was zo verward en de wandelstok leek inderdaad op een tomahawk waardoor het begrijpelijk is dat de agenten „redelijkerwijs” dachten dat ze wel moesten schieten. Daarom vindt de rechtbank straf niet op zijn plaats.
Opvallend is de willekeur in de rechterlijke beoordelingen van politiegeweld. In Limburg wilde de politie een verdachte ramkraker aanhouden. De man had eerder geprobeerd met tweehonderd kilometer per uur in zijn auto te ontkomen. De politie kreeg hem weer in beeld op een parkeerplaats. Toen de verdachte opnieuw dreigde te ontsnappen, schoot een agent. Hij raakte een bijrijder. Ook hij werd op last van het hof door het OM vervolgd. En hij kreeg wel straf: twee jaar cel.
Volgens advocaat Rino Jonkers – die de Limburgse agent verdedigt – lijken de zaken sterk op elkaar. „Maar in mijn zaak was evident dat er sprake was van een noodsituatie toen mijn cliënt schoot. Het verweer van putatief noodweer werd daarom niet eens gevoerd”, zegt Jonkers. „Er waren nog vijf agenten die de situatie voor aanhouding zo bedreigend vonden dat ze op het punt stonden te schieten.”
Jonkers vindt de uitspraak in Limburg daarom „totaal onbegrijpelijk” en hij is er vast van overtuigd dat het gerechtshof in Den Bosch in hoger beroep zal besluiten dat de agent geen straf verdient.
De korpschef van de nationale politie Gerard Bouman is blij met de uitspraak in Rotterdam. Hij meent wel dat het hoog tijd is dat de uitoefening van politiegeweld op een andere manier wordt beoordeeld. Want een agent heeft niet de keuze om weg te lopen bij een situatie, zoals een burger. „Er moet in de wet een speciale rechtvaardigingsgrond komen die recht doet aan de specifieke positie van politieambtenaren die zich genoodzaakt zien geweld te hanteren in het belang van anderen.”
Tegen het Algemeen Dagblad zei Bouman dat hij een poule wil van gespecialiseerde advocaten die agenten bijstaan. Die advocaten moeten ook een schietles volgen, vindt Bouman. „Ik wil dat ze snappen wat het is om te schieten, wat het is om in een split second te moeten beslissen.”
De zaak tegen de twee Rotterdamse agenten krijgt geen juridisch vervolg. Het OM gaat niet in beroep en de familie van Stok – die vervolging afdwong – kan geen juridisch verzet aantekenen tegen het vonnis. „De familie is teleurgesteld en boos over de uitspraak”, zegt hun advocate Desiree de Jonge. „Van eenheid onder de rechters is in deze geen sprake.”