Tijdens de presentatie van de kwartaalcijfers maakte Intel gisteren bekend dat het zijn vaste productieritme van chips verandert. Nieuwe technologie wordt vooruitgeschoven naar 2017, omdat het te duur is om nu al een nieuwe productiemethode in chips door te voeren. Conclusie: de Wet van Moore vertraagt.
Consumenten zullen er wellicht hun schouders over ophalen, toch gebruiken ze dagelijks de apparaten die profiteren van de Wet van Moore. Dankzij schaalverkleining in het productieproces verdubbelt elke twee jaar het aantal transitoren op een chip. Zo krijgen we voor hetzelfde geld meer rekenkracht in onze computers, servers en smartphones. Dit is de drijvende kracht achter technologische ontwikkeling: harde schijven worden groter, bandbreedte wordt ruimer, processors worden sneller. Voor de rekenkracht die nu in een telefoon past, had je jaren geleden nog een grote computer nodig.
Een echte ‘wet’ is de Wet van Moore niet; het is gebaseerd op een voorspelling die Intel-medeoprichter Gordon Moore vijftig jaar geleden deed. Bovendien is de ‘Wet’ niet meer wat ie geweest is.
Lang hanteerde Intel een tweejaarlijkse ‘tik-tak’-cyclus op basis van die voorspelling. Bij elke tik wisselt Intel naar een nauwkeuriger productiemethode waardoor meer transistoren op hetzelfde oppervlak passen. De ‘tak’ klinkt tussendoor: om het jaar bouwt Intel een efficiënter ontwerp op basis van dezelfde productiemethode.
Alleen slaat de klok nu opeens een slag over. Tijdens de presentatie van de kwartaalcijfers kondigde Intel-topman Brian Krzanich gisteren aan dat de huidige cyclus tweeënhalf jaar zal duren. „We zullen in 2017 een extra chip bouwen op de huidige basis – het wordt tik-tak-tak, dus.”
De reden voor die extra stap is dat het steeds duurder en complexer wordt om de schaalverkleining economisch vol te houden: de inrichting van chipfabrieken kost miljarden en het proces van werken op de vierkante nanometer (een miljoenste millimeter) vergt enorme ontwikkelingskosten.
Krzanich gaf aan dat hij de oude tik-tak-cyclus weer zo snel mogelijk wil oppakken.
De doorslaggevende factor in de schaalverkleining zijn de lithografiemachines van het Nederlandse bedrijf ASML. Die bepalen hoe fijn de lijntjes zijn waarmee chipfabrikanten hun ontwerpen kunnen belichten. ASML bouwt – met Intel als belangrijke klant en mede-investeerder – aan een generatie machines die met ultraviolet licht werken. Nog fijnere lijntjes, nog snellere chips. Maar ook: nog duurder om te maken.
De verkoop van die machines liep vertraging op doordat ook ASML kampte met technologische tegenvallers. De EUV-machines zijn nog niet in staat om grote volumes te produceren die nodig zijn om rendabel te werken. Inmiddels draaien wereldwijd acht EUV-machines, maakte ASML gisteren bekend bij de presentatie van de kwartaalcijfers.
Zowel Intel als ASML presenteerde goede resultaten. ASML boekte een omzet van 1,65 miljard euro en 403 miljoen euro winst. Intel (omzet 12 miljard euro, winst 2,7 miljard dollar) heeft wel last van een snelle terugval op de pc-markt (een daling van 10 procent) maar die wordt gecompenseerd door grotere vraag naar chips voor servers in datacentra.
Windows 10, het besturingssysteem dat eind deze maand op de markt komt, zal volgens Intel geen stijging in de vraag naar nieuwe pc’s en laptops veroorzaken.