Handig en snel is het zeker, maar is het veilig? In veel ziekenhuizen wisselen artsen informatie over patiënten uit via WhatsApp. Dat zeggen medici met diverse specialismes en uit verschillende ziekenhuizen tegen deze krant. Ze gebruiken de berichtenapp bijvoorbeeld voor het versturen van foto’s van aandoeningen, om aan collega’s op afstand om hulp te vragen bij een acute diagnose. Ook gebruiken ze WhatsApp om elkaar advies te vragen over behandelingen.
De berichtenapp, eigendom van Facebook, heeft in het verleden diverse privacy- en beveiligingsproblemen gehad. Ook slaat de app foto’s vaak automatisch op, waardoor die ook in andere cloud-opslagdiensten terecht kunnen komen. Privé-informatie van patiënten raakt zo gemakkelijk ongemerkt verspreid.
„De beveiliging van medische gegevens heeft onze bijzondere aandacht”, zegt Lysette Rutgers, woordvoerder van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). „Juist bij dit soort supergevoelige informatie moeten artsen nooit vergeten om daar zeer zorgvuldig mee om te gaan. Als artsen persoonlijke gegevens over patiënten met elkaar uitwisselen, moet dat goed beveiligd gebeuren.”
Patiëntenfederatie NPCF herkent het beeld. „We horen vaker dat artsen patiënteninformatie uitwisselen per WhatsApp. Het is alleen erg lastig om te zeggen op welke schaal dat gebeurt. Het is voor ons vooral belangrijk dat foto’s en gegevens die met WhatsApp worden verstuurd niet herleidbaar zijn tot individuele patiënten”, zegt een woordvoerder .
Heldere regels zijn er niet
Het is inderdaad moeilijk om vast te stellen hoe vaak het precies gebeurt, en welke informatie artsen exact delen over patiënten via WhatsApp. Facebook zelf houdt dit soort specifieke gegevens niet bij. Landelijke onderzoeken zijn niet of nauwelijks gedaan. Ook het CBP kent de omvang van het fenomeen niet.
Heldere regels zijn er niet. Artsenfederatie KNMG verwijst naar de algemene privacyrichtlijnen en gedragscodes op sociale media voor artsen. Die zijn streng, maar WhatsApp staat niet expliciet vermeld. Het is bovendien de vraag of ze altijd worden nageleefd. Het versturen van patiëntenfoto’s via WhatsApp voldoet waarschijnlijk niet aan die richtlijnen vanwege de twijfels over databescherming.
Het is ook niet geheel duidelijk welke medische beroepsorganisaties verantwoordelijk zijn voor dit dossier. Voor de specifieke invulling van de richtlijnen wijst KNMG verder op de gedragscodes van ziekenhuizen zelf. Maar de Vereniging van Ziekenhuizen verwijst naar de Federatie van Medisch Specialisten, die op haar beurt weer naar de KNMG wijst.
Voor artsen is het een dilemma
De Inspectie voor de Gezondheidszorg vindt dat artsen zelf verantwoordelijk zijn voor het waarborgen van de privacy van patiënten. Twee jaar geleden zei de Inspectie dat de beroepsgroep aan zet was voor richtlijnen voor WhatsApp-gebruik, destijds naar aanleiding van berichtgeving in weekblad Elsevier.
„Het is een een lastig dilemma”, zegt Bon Verweij, neurochirurg in het UMC Utrecht. „Het komt zeker veel voor dat artsen via WhatsApp overleggen en patiënteninformatie delen. Ik heb zelfs weleens levens gered doordat we via een mobiel bericht veel sneller over een noodsituatie konden overleggen en beslissen dan via de oude systemen. Maar er zijn duidelijke privacybezwaren.” Verweij werkt daarom aan een veiliger alternatief voor WhatsApp voor artsen, Esculapp. Die app, waarbij foto’s niet automatisch opgeslagen worden, moet binnenkort uitkomen.
Er komen veiligere alternatieven
Er verschijnen de laatste tijd wel meer apps die een medisch alternatief willen bieden voor WhatsApp, zoals het Canadese Figure 1. Al is bij deze apps net zo goed de vraag hoe waterdicht de beveiliging is, en of artsen foto’s wel goed anonimiseren. Bovendien is alle digitale communicatie te kraken.
Ook zijn deze apps pas echt nuttig als ze net als WhatsApp op vrijwel alle smartphones van artsen staan geïnstalleerd. Dat is nog lang niet zo. „We kunnen ons voorstellen dat dit soort technologieën erg nuttig zijn voor artsen”, zegt Rutgers van het CBP. „Maar er zitten duidelijk allerlei privacyrisico’s aan. Daar moeten medici extra goed over nadenken.”