Niet de grove tekst is het probleem van nummer-1-hit ‘Drank en Drugs’. Het probleem is de muziek. Machinaal en eentonig, instant behoeftebevrediging. Deze dance is als drugs, vindt filosoof Toine Janssen.
Sinds een week staat het nummer van rappers Lil’ Kleine en Ronnie Flex bovenaan in de Top 40. De regel ‘Alle tieners zeggen ja tegen MDMA’ wordt in heel Nederland meegezongen door kinderen van basisschoolleeftijd.
Begrijpelijkerwijs maakt dat reacties los. Wat daarbij opvalt, is dat iedereen zich blindstaart op de tekst. Nu is die grof genoeg, maar voorstanders van het nummer hebben gelijk dat het meeste wel over de hoofden van twaalfjarigen heen zal gaan.
Het grote probleem met deze zomerhit lijkt mij dan ook niet de tekst, maar de muziek. Onder de regels van Lil’ Kleine horen we een technobeat. Voor leken als ik is de versplintering van elektronische dansmuziek (EDM) in tientallen genres behoorlijk onbegrijpelijk. Maar wat ze gemeen hebben, is duidelijk: de ritmes zijn machinaal en eentonig, de melodie is eenvoudig, harmonische ontwikkeling is afwezig of zeer bescheiden.
Dancemuziek geeft zijn toehoorders plezier door ze een kick te geven. Met industriële geluiden, frequenties die we meer voelen dan horen, een machinale beat die mensen tot springende objecten maakt. Het plezier van EDM is gebaseerd op stimulus-respons, niet op het begrijpen van muzikale beweging.
Het verschil tussen van Mozart genieten en van Hardwell is het verschil tussen lachen om een grap en lachen omdat je gekieteld wordt.
EDM werkt daarbij zoals verslavingen – internetten, porno, gokken – die wel ‘fun’ bieden maar geen ‘joy’; wel het plezier van instant behoeftebevrediging, maar niet de vreugde van moeizaam verworven voldoening.
Let wel: ik heb het dan niet over de drugscultuur. Ik heb het over de muziek zelf. Dance is de drank. Dance is de drug.
Ik weet dat het tegenwoordig not done is om muziek op zijn morele kwaliteiten te beoordelen. Wie het toch doet, wordt uitgemaakt voor belachelijk of gevaarlijk. Het is echter volkomen natuurlijk om in muziek menselijke deugden te horen. Moed en bezonnenheid. Gevoel voor maat. Tederheid. Daarom sluipen in vrijwel elke muziekrecensie ook morele kwalificaties binnen: dit liedje is sentimenteel; deze track toont humor.
Muziek nodigt hiertoe uit, omdat het, in al zijn abstractie, een intentie heeft. Bij EDM is deze dimensie echter verdwenen. Dance is geen communicatie van subject tot subject meer, maar van object tot object. Wat net zoveel wil zeggen als: het is helemaal geen communicatie meer.
Ironisch genoeg heeft dit er ook toe geleid dat je op deze muziek helemaal niet meer kunt dansen. Dansen, als gecontroleerde beweging die je eigen vrijheid toont, maakt bij dance plaats voor automatisch zwaaien en springen.
Laatste punt. Als ‘shortcut’ naar een muzikale kick snijdt EDM ook de weg af naar soorten muziek die wél moreel verrijken. Ik zie niet hoe een kind of puber van ‘hardstyle’ tot rijkere muziek komt – zoals je nog wel van Sinatra naar Gershwin kwam, of van Elvis naar blues, jazz en folk.
EDM leidt nergens heen, zoals verslavende paden doorgaans nergens heen leiden. Dance is een doodlopende weg – een weg voor de Walking Dead.
Toine Janssen is auteur en heeft een filosofische praktijk, de Wijsmakerij