Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Terrorisme

‘Duitse legertrucks via Nederlands bedrijf naar regeringsleger Soedan’

Omar al-Bashir (midden), president van Soedan, omringd door zijn aanhangers.
Omar al-Bashir (midden), president van Soedan, omringd door zijn aanhangers. Foto EPA / Marwan Ali

Via een Nederlands handelsbedrijf zijn afgedankte Duitse legertrucks terecht gekomen in het leger van de omstreden Soedanese president Omar al-Bashir. Om deze doorvoerroute af te sluiten, heeft Duitsland besloten het toezicht op commerciële uitvoer van afgedankte legervoertuigen naar Nederland te verscherpen.

De levering van de vrachtwagens aan Soedan wordt vanavond onthuld in het radioprogramma Bureau Buitenland van de VPRO. Het leger van Soedan gebruikt de voertuigen in de strijd tegen rebellen in het zuiden van dat land, onder andere voor troepentransport en munitievervoer. VPRO-journalist Rik Delhaas heeft foto’s in handen gekregen van door rebellen in de opstandige deelstaat Zuid-Kordofan vernielde legervoertuigen, waarop stickers te zien zijn van de Nederlandse handelsfirma Van Vliet Trucks in Nieuwerkerk a/d IJssel.

Tegen Soedan geldt al sinds 1994 een Europees wapenembargo, naast de sancties van de Verenigde Naties tegen het regime in Khartoum. Volgens Van Vliet zijn de transacties volstrekt legaal omdat het niet-militaire vrachtwagens betreft. De afgedankte trucks zijn overgespoten; alle militaire specificaties, zoals oorlogsverlichting, wapensteun en verhoogde uitlaat zijn ervan afgehaald. Adviseur Frank Hakkenberg van het bedrijf:

“Dat de vrachtwagens door inkopers in Soedan worden doorverkocht aan het Soedanese leger, valt buiten onze verantwoordelijkheid.”

Hoeveel vrachtwagens Van Vliet en andere handelaren de afgelopen jaren hebben geleverd aan Soedan, is onbekend. Waarschijnlijk gaat het om enkele honderden voertuigen. Hakkenberg, die ook in de uitzending wordt geciteerd, zegt dat Van Vliet Trucks een jaaromzet van 135 miljoen euro heeft. Vijftien miljoen daarvan komt uit Soedan.

angst voor sancties

Nu er ophef over dreigt te ontstaan, wil het bedrijf de export van afgedankt legermaterieel naar Soedan stoppen, vooral om het risico van reputatieschade en van Amerikaanse strafmaatregelen te vermijden. De VS lopen voorop in het uitdelen van sancties aan bedrijven (en hun bankiers, toeleveranciers en afnemers) die zaken doen met regimes die worden beschuldigd van steun aan terrorisme. De Soedanese president Omar al-Bashir wordt daarnaast door het Internationaal Strafhof in Den Haag gezocht wegens genocide, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in de regio Darfur.

Van Vliet wil zijn voortbestaan niet in gevaar brengen door Amerikaanse boetes te riskeren, zegt adviseur Hakkenberg. Maar hij blijft erbij dat er met de verkoop van ‘gedemilitariseerde’ vrachtwagens niets mis is.

“We zijn geen wapenhandelaars. Nederland stuurde in februari nog een handelsmissie naar Soedan.”

Volgens het Duitse ministerie van Financiën heeft Vebeg, het Duitse equivalent van Domeinen Roerende Zaken in Nederland, sinds 2009 precies 3.662 door het Duitse leger afgestoten vrachtwagens verkocht voor uitvoer naar Nederland. Omdat het Nederland betrof, was daarvoor geen speciale vergunning nodig. Maar nu blijkt dat in ieder geval een deel van het materieel wordt doorverkocht aan Soedan, zal Duitsland de regels aanscherpen, antwoordt staatssecretaris Rainer Sontowski (Economie) op vragen van Die Linke. Voortaan wordt een eindbestemmingsverklaring gevraagd en moet Duitse toestemming voor heruitvoer worden verkregen.

Hakkenberg noemt de Duitse opstelling tamelijk hypocriet.

“Duitsland wist bliksems goed dat de trucks niet in Nederland zouden blijven. Het gaat om minimaal dertig jaar oude voertuigen die helemaal niet meer in Nederland mogen rondrijden, alleen al omdat ze bij lange na niet meer aan onze emissie-eisen voldoen.”

De Zwitserse organisatie Small Arms Survey, die onder andere wordt gefinancierd door Nederland, heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken en Handel in Den Haag om opheldering gevraagd. De conclusie luidde ook dat de Nederlandse exportregels niet zijn overtreden. Buitenlandse Zaken in een schriftelijke reactie:

“De transacties zijn niet aangemeld bij de exportcontroleautoriteiten omdat er voor dit type (niet-militaire – red.) voertuigen geen vergunningsplicht bij uitvoer geldt.”

Luister vanavond naar de uitzending: NPO Radio 1, tussen 21.00 en 22.00 uur.