Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Serie- moordenaars zijn oersaai (zegt de vrouw die net twee boeken over seriemoordenaars schreef)

De Zuid-Afrikaanse schrijfster Lauren Beukes droomt er al sinds haar vijfde van om geld te verdienen met het vertellen van verhalen. Ze brak door met thrillers, maar begeeft zich graag buiten één vast genre.

Foto Reger Cremers
Foto Reger Cremers Foto Roger Cremers, bewerking NRC

Ook in deze Maand van het Spannende Boek is het zichtbaar: in genrefictie ligt stagnatie op de loer. Hoe virtuoos ook, meestal begeven thrillerschrijvers zich op bekend terrein. Dus is het altijd aangenaam als een getalenteerde buitenstaander een steen in de vijver smijt.

De Zuid-Afrikaanse Lauren Beukes (1976) wierp inmiddels twee stenen: Stralende meisjes en het onlangs in vertaling verschenen Gebroken monsters. Allebei onconventionele variaties op het thema seriemoord, tjokvol ideeën en gelaagde karakters, hip en vooral erg ‘smart’.

Beukes is in Amsterdam ter promotie van Gebroken monsters en wekt als persoon een even aangenaam tegenstrijdige indruk – zoals ook haar boeken dat doen. Ze blaakt van de energie, maar zegt moe te zijn van dit soort ‘promotional tours’. Ze spreekt op repeteergeweer-tempo, maar is tegelijk bedachtzaam en ze is Engelstalig opgevoed – je zegt geen ‘Beukes’ maar ‘Bjoekus’ –, maar ze verstaat Nederlands. Bovendien worden haar laatste twee boeken wereldwijd aangeprezen als thrillers, maar kan Beukes met recht beweren geen thrillerschrijfster te zijn.

Niet dat ze bezwaar heeft tegen het label. „Het is nuttig om ‘schrijfster van thrillers’ te worden genoemd omdat ik dan het grootste publiek bereik. Dat is wat ik altijd al wilde, eerst worden opgemerkt en vervolgens gelezen. Het woord ‘thriller’ staat op de meeste edities van mijn laatste twee boeken. Er zitten ook veel thrillerelementen in. Maar ik schrijf zoals ik lees: zeer promiscue. Ik wil een schrijfster zijn die je volgt, ongeacht het genre. Dat ik nu twee airport novels op mijn naam heb staan is prima en bepaald geen schande. Naast Dan Brown liggen, is een ander verhaal.”

Beukes schreef eerder de sciencefictionroman Zoo City over de inwoners van een sloppenwijk in Johannesburg, schreef voor televisie en tijdschriften – onder meer. Haar werk is lastig te categoriseren omdat ze er zoveel bij sleept.

Beukes’ eerste ‘thriller’ Stralende meisjes gaat over meisjes die worden achtervolgd door de tijdreizende seriemoordenaar Harper Curtis, totdat een meisje in Chicago hém in de tijd achterna begint te reizen. Het boek gaat ook over adolescentie, taak en wezen der journalistiek en de geschiedenis van de VS.

Ook in Gebroken monsters is er een seriemoordenaar: kunstenaar Clayton Broom raakt in Detroit bedwelmd door iets dat hij De Droom noemt en onder die invloed verwerkt hij de lijken van zijn slachtoffers tot kunstwerken, achtervolgd door de overwerkte politieagente Gabi Versado, haar vijftienjarige dochter Layla en een naar loze beroemdheid hunkerend stel YouTube-journalisten. Maar het boek gaat ook over het spectaculaire verval van Detroit, over hoe mooi of juist belachelijk pretentieus kunst kan zijn, over de rare invloed van internet op ons handelen, over het bovennatuurlijke en – alweer – over jonge meisjes.

Geen enkele verstandige schrijver voor volwassenen kiest pubermeisjes als hoofdpersonen. Waarom u wel?

„Mijn uitgever vond eerst ook dat ik ze moest dumpen. Ken je ze, die wow-meisjes die een soort vuur in zich hebben? Mijn idee was dat hun innerlijke vuur de duisternis van moordenaars als Harper Curtis en Clayton Broom aantrekt maar ook een wapen is om terug te vechten tegen de donkere dood en het geweld. Ik kies voor ze omdat het stralende meisjes zijn.

„In Gebroken monsters waren Layla en haar bijdehante vriendin Cas ook verreweg het leukste om over te schrijven. Of ze makkelijk in de omgang zijn vraag ik me af, maar ze zijn hopelijk op een interessante, moeilijke manier sympathiek, geloofwaardig en vooral vitaal.”

De steden in uw boeken zijn zo prominent dat het ook personages worden. Waarom Detroit?

„Omdat Detroit een gebroken stad is en tegelijkertijd omdat dat zo’n cliché is. Want Detroit is meer dan een verzameling afbrokkelende autofabrieken. Ik heb me door de hele stad laten slepen en zag een levendige kunstenaarsgemeenschap, complexe raciale verhoudingen en vooral veel hoop en dromen. In Gebroken monsters zit dat allemaal, tegen die achtergrond kon ik het clichébeeld onderuithalen. Maar een deel van het cliché klopt ook en is bijzonder indringend. Het is heel vreemd om in het centrum van een grote moderne Amerikaanse stad te midden van de ruïnes van ónze beschaving te staan. Dit is niet het Parthenon, dit zijn wij, dit is hoe de ruïnes van de twintigste eeuw eruitzien. Het is overdonderend deprimerend maar ook prachtig om te zien. Ik heb dus dankbaar gebruikgemaakt van Detroit als decor maar wilde ook nuanceren. Door het allesoverheersende beeld van die ruïnes is het gewoon geworden om Detroit te presenteren als symbool voor álles wat er mis is met Amerika. Maar de stad is meer dan de ruïneporno waartoe ze schrijvers en filmmakers inspireert.”

Waarom heeft u niet voor de complexe problemen en raciale verhoudingen van Johannesburg gekozen?

„Ik schrijf in wezen altijd over de complexe problemen van Johannesburg. Detroit is plaatsvervanger van Hillbrow, de wijk in Johannesburg waar Zoo City zich afspeelt. Net zoals Chicago in Stralende meisjes plaatsvervanger van Hillbrow is. Wist je dat het apartheidsregime in de jaren vijftig op studiereis naar Chicago ging om daar te leren hoe je segregatie echt goed aanpakt? Je blijkt een snelweg dwars door de sloppenwijken te moeten aanleggen, dat is fnuikend voor sociale cohesie en mobilisatie. Dat is dus die snelweg geworden waar je overheen rijdt als je Johannesburg binnenkomt. Dat hebben we dus geleerd van Chicago. De link met Detroit is dat Hillbrow vaak wordt gepresenteerd als symbool voor álles wat er mis is met het huidige Zuid-Afrika. Ooit was Hillbrow wit en rijk, nu zwart en een zooitje, wil het cliché. Ook dat ligt aanzienlijk complexer. Ik schrijf over die complexiteit en over hoop in de puinhoop Hillbrow, waar ook ter wereld.”

Er was kritiek op uw gore moorden en het gebrek aan duidelijke motivatie van uw seriemoordenaars.

„Ik probeer intiem over moorden te schrijven omdat ik wil dat het geweld ongestileerd wordt gevoeld. Geweld is geen sexy dood meisje in hoge hakken met haar rokje een stukje omhoog geschoven. In het echte leven is zelfs een eenvoudige knokpartij al diep verontrustend, als je iemand een klap ziet uitdelen raakt je dat op een basaal niveau. Het geweld in Stralende meisjes is lelijk. Niet esthetisch, geen ‘sexy good times with a serial killer’.

„Hoe raar en bovennatuurlijk en gestoord en hybride mijn boeken ook zijn, ze kunnen dat zijn omdat ik dat compenseer met geloofwaardigheid. En de seriemoordenaar in Stralende meisjes is dat ook. Seriemoordenaars zíjn redeloze monsters zonder interessante motivatie, ze zijn oersaai. Er is een onterechte culturele fascinatie met hen, alsof ze een soort supermensen zijn. Het Hannibal Lecter-model, het duivelse meesterbrein. Maar het zijn holle vaten, verachtelijke opportunisten.

„In Gebroken monsters ligt het anders; Clayton Broom is niet leeg maar overvol en denkt werkelijk dat hij via moorden iets aan het creëren is dat zelfs de kunst overstijgt. Maar vrees niet, ik ben nu hoe dan ook uitgeschreven over seriemoordenaars.’’

U heeft nu de volle aandacht, dus u kunt het zich veroorloven het thrillergenre alweer te verlaten?

„De thrillers zijn een eigen leven gaan leiden. Stralende meisjes wordt verfilmd door een goede, nog geheime regisseur en een Amerikaanse producent wil een tv-serie van Gebroken monsters maken. Ik droom er al sinds mijn vijfde van om van beroep alleen maar verhalenverteller te zijn. Dat kan ik me nu ineens veroorloven. Het is mijn grote ambitie dat al die lezers me volgen naar het volgende verhaal. Dat speelt zich af in de Syrische oudheid en het Haïtiaanse heden. Iets geheel anders dus. Ik ben het doden van mensen moe.”