„De kunstsector is blij met de toon van minister Bussemaker. Maar als u goed kijkt, ziet u een angstige sector.” Marc van Warmerdam, directeur van muziektheatergezelschap Orkater, schudde de Tweede Kamerleden gistermiddag wakker aan het eind van een hoorzitting over de plannen van minister Bussemaker voor de komende subsidieperiode. Bijna waren die in slaap gesust door andere vertegenwoordigers van de cultuursector, met lovende woorden over de warme toon die de minister in haar nota aanslaat en voorzichtige suggesties voor veranderingen.
Niemand wilde beweren dat kunstinstellingen nu al op omvallen stonden. Wel betoogde de ene na de andere spreker dat talentontwikkeling, innovatie en experimenten om nieuw publiek voor kunst te interesseren zwaar onder druk staan. „Je moet daarvoor risico’s nemen en daar is geen ruimte voor als je eigen inkomsten omhoog moeten”, zei directeur John Sijmonsbergen van het Museum voor Wereldculturen. „Vernieuwing zakt in, omdat er geen middelen meer voor zijn”, zei Joop Mulder van Oerol. „Ons eigen vermogen is verdampt en de burn-out is nabij”, zei Xavier Vandamme van het Festival Oude Muziek. De Rijksakademie en de Jan van Eyck Academie vroegen 10 procent budget erbij om „nog risico’s aan te kunnen gaan en niet alleen te overleven”.
Maar weinig sprekers sloegen zo’n scherpe toon aan als Van Warmerdam. „De vorige staatssecretaris kan zich niet, mág zich niet vergist hebben”, sneerde Van Warmerdam. „Dus mag er geen dubbeltje bij. En dus zijn we blij met de toon.”
De slachtoffers zijn onderbetaalde acteurs, musici en kunstenaars. Bijna niemand heeft meer een vaste aanstelling, iedereen werkt als zzp’er. „De angst om uit je beroep te moeten, veroorzaakt dat mensen heel ver gaan”, zei Van Warmerdam. En hij was niet de enige: „Het is bijna crimineel hoe we mensen opbranden”, zei Vandamme. „Er is een enorm verschil ontstaan tussen bewezen talent en de manier waarop we dat belonen”, zei acteur Gijs Scholten van Aschat.
De overlevingskracht die minister Bussemaker zo prijst, is een „schijnwereld die een andere wereld toedekt, die waar instellingen uitgehold raken”, zei Arno van Roosmalen, directeur van beeldendekunstinstelling Stroom in Den Haag. „Wat we nog gaan zien is een slow-burneffect.”
Als het budget voor cultuur in de komende subsidieperiode (2017-2020) niet omhooggaat, moeten er harde keuzes worden gemaakt, vonden sommige sprekers. „In de orkestsector is een desintegratie aan de gang die nu niet wordt verteld”, zei Jan Raes, directeur van het Concertgebouworkest. Het ministerie probeert volgens hem met te weinig geld te veel in stand te houden. Zijn advies: kies voor de top en steun die ruimhartig. „Je kunt niet een beetje excellent zijn.”