Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Defensie

‘Lobbyisten moeten verplicht worden tot naleving beroepsregels’

Archieffoto Ben Bot. De oud-minister lobbyde voor de zakelijke belangen van iemand uit kringen rond Gaddafi op verzoek van Nick Cleggs vrouw.
Archieffoto Ben Bot. De oud-minister lobbyde voor de zakelijke belangen van iemand uit kringen rond Gaddafi op verzoek van Nick Cleggs vrouw. Foto ANP / Toussaint Kluiters

De overheid moet lobbyisten verplichten zich te onderwerpen aan de integriteitregels van de beroepsvereniging van lobbyisten, de BVPA. Dit zegt BVPA-voorzitter Jaap Jelle Feenstra in reactie op de onthulling van NRC dat oud-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot een verdachte Libische zakenman uit de clan van oud-commandant Gaddafi adviseerde.

Volgens Feenstra heeft Bot, in de contacten die hij namens de Libiër legde met het Openbaar Ministerie, “gehandeld op een wijze die in strijd is met het handvest van onze vereniging, waarin transparantie en integriteit voorop staan”. Maar omdat Bot en het Haagse kantoor waarvan hij partner is, Meines Holla & Partners, geen lid zijn van de beroepsvereniging, is er volgens Feenstra geen mogelijkheid Bot ter verantwoording te roepen.

Daarom bepleit hij een ‘closed shop‘. Volgens Feenstra kan de BVPA de integriteit van zijn beroepsgroep alleen bewaken wanneer alle geregistreerde lobbyisten verplicht worden zich bij de beroepsvereniging aan te sluiten. Volgens Feenstra, lobbyist van het Havenbedrijf Rotterdam en eerder PvdA-Kamerlid, “heeft Bot blijkbaar de schijn gewekt dat hij als oud-minister om een wederdienst vroeg”.

In de Haagse lobbywereld, waar de concurrentie scherp is, bestaat al langer kritiek op Meines Holla & Partners omdat dit lobbykantoor zich nadrukkelijk voorstaat op uitstekende contacten in politiek, bestuur en bureaucratie. Andere grote kantoren profileren zich juist met de stelregel dat lobbyen niet langer om ‘het old boys network’ draait, maar juist om een open behartiging van belangen.

Nederland kent geen regels die een tijdlimiet stellen aan zogeheten ‘draaideurconstructies’; de directe overgang van oud-politici naar bedrijfsleven of lobbykantoren.

Alleen het ministerie van Defensie heeft expliciet vastgelegd dat het departement geen contacten aangaat met oud-politici en -ambtenaren die nog geen twee jaar bij Defensie weg zijn. Deze regels werden ingevoerd nadat wijlen staatssecretaris Jan Gmelich Meijling (1994-1998) er in 1999 van werd beschuldigd dat hij lobbyde voor een defensiebedrijf dat een wapensysteem aan de krijgsmacht wilde verkopen; een aanschaf die hij als staatssecretaris zelf had voorbereid.