Toen Greenpeace onlangs blokken steen liet afzinken in de Noordzee was dat geen incident. Het is een vertrouwd patroon. Zodra natuurbeschermers ongeduldig worden, vinden ze het oké om de politieke besluitvorming te passeren. In het uiterste geval nemen ze het recht in eigen hand.
Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks, was de achterliggende gedachte. Met hun actie wilde Greenpeace de visserij dwarsbomen, want van de beleidsmakers viel weinig te verwachten. Er zou sprake zijn van een ,,gebrek aan daadkracht van de Nederlandse regering om de Noordzeenatuur te beschermen.”
Het dedain voor de politiek zit diep – heel diep. Telkens weer blijkt hoezeer dit behoort tot het dna van de milieubeweging. Zie ook actieclub Urgenda, die pas geleden naar de rechter stapte. De rechter moest doen wat politici nalieten, zorgen voor een veel ambitieuzer klimaatbeleid. ,,De Staat wil kennelijk wegkijken en niet voldoende aan haar zorgplicht”, aldus de advocaat van Urgenda. ,,Dan houdt alles op.”
Het enige lichtpuntje is dat hier tenminste de juridische weg wordt verkozen boven de AKSIE! van Greenpeace. Maar de denktrant is steeds dezelfde. Maatregelen gaan niet snel genoeg of zijn te mager en de democratie verliest in rap tempo haar aantrekkingskracht. Bestuurlijke procedures zijn maar hinderlijke formaliteiten die vertragend werken.
Tot op zekere hoogte kent iedereen de irritaties. In China doen ze een half jaar over een snelweg. Nee, dan wij. Zomaar iets aanleggen, verbouwen of restaureren gaat hier niet. Wim Pijbes kan erover meepraten. Zijn Rijksmuseum was tien(!) jaar dicht wegens verbouwing. Maar wat wil je als half Amsterdam mag meepraten over het openhouden van de fietstunnel onder het museum?
De frustratie van de milieubeweging gaat echter verder dan het gangbare gemopper over de democratie. Sommige problemen zijn zo urgent, die moet je niet overlaten aan politici. Zij worden ernstig beperkt in hun speelruimte omdat ze een achterban tevreden willen stellen en dan is er nog het ‘wheelen en dealen’ met andere partijen omdat vrijwel nooit iemand een meerderheid heeft. Het is politiek gedoe dat de vergaande oplossingen in de weg staat die nodig zouden zijn om de apocalyps af te wenden.
Zo gaat het nu en zo ging het ruim veertig jaar geleden al, toen het rapport van de Club van Rome verscheen. De teneur van het rapport is bekend: het was vijf voor twaalf. Nog even en alle belangrijke natuurlijke hulpbronnen zouden uitgeput zijn, met alle nare gevolgen van dien.
De voorspelde doemsdag bleef uit. Maar ach ja, onderzoekers zitten er nu eenmaal wel eens naast, nietwaar? Dit is een te lichtzinnige reactie. Het betreft hier niet zomaar een miskleun. Die is extra schrijnend als je bedenkt welke offers er gebracht dienden te worden om het nakende onheil af te wenden.
,,Democratie is geen panacee”, zei de Club van Rome in 1972. ,,Heiligschennend als het misschien klinkt, is democratie niet langer geschikt voor de taken die voor ons liggen. De complexiteit en de technische natuur van vele van de problemen van vandaag staan niet altijd toe dat gekozen vertegenwoordigers op het juiste moment competente beslissingen nemen.”
Klagen over de trage besluitvorming is één ding. Maar het is oppassen geblazen als de klachten overgaan in gemijmer over meer doortastendheid en tijdelijke opschortingen van de democratie. Wellicht ervaren sommigen dit als heiligschennis, geeft de Club van Rome tenminste nog toe. Maar principes kunnen we ons enkel permitteren in vredestijd.
Het is een typisch geval van NCC – voluit: Noble Cause Corruption. Meest listig hieraan is natuurlijk dat nobele doel, want hoe definieer je dat? Gaat nauwelijks. Het blijkt een elastieken term, die almaar verder opgerekt kan worden. Vele projecten zouden het verdienen om in de luwte afgehandeld te worden wegens hun urgentie of de weerstand die ze oproepen.
Ik kan me de uitspraken van een paar jaar terug nog herinneren van Jean-Claude Juncker, inmiddels voorzitter van de Europese Commissie, maar toen nog voorzitter van de Eurogroep. De eurocrisis was op haar hoogtepunt en democratie vond hij maar een lastig ding. ,,Als het er om spant, moet je liegen.”
Voor alle duidelijkheid: hier sprak niet iemand die deze gang van zaken betreurde en slechts in het uiterste geval de democratische besluitvorming meende te moeten omzeilen. Bij eerdere gelegenheden bleek dat Junckers liefde voor de democratie verre van onvoorwaardelijk is. Het electoraat zou wel eens rare bokkensprongen maken.
Het mag zo zijn dat wereldverbeteraars in het algemeen vatbaar zijn voor NCC. Maar deze kwaal is nog een tikkeltje virulenter bij de milieubeweging. Zij heeft nog een tandje meer last van vijf-voor-twaalfvisioenen – waarna de weg open ligt voor de meest radicale maatregelen. Dus ja, die blokken steen in de Noordzee zijn erg. Maar het antidemocratische ethos dat er uit spreekt is de werkelijke steen des aanstoots.