Marathons loopt Rob Bertholee (59) niet meer. Op advies van zijn vrouw houdt hij het voorlopig op maximaal de helft van de legendarische 42 kilometer. „Ik kom niet toe aan de benodigde trainingsuren.” Maar fit is de baas van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) nog altijd. „Ik sport graag.”
Gestoken in donkerblauw pak en lichtblauw overhemd met zijn initialen op het manchet, neemt hij bij een kop koffie op het hoofdkantoor van de dienst in Zoetermeer de tijd voor zijn bezoek.
Directe aanleiding voor het gesprek is de digitale inbraak door cybercriminelen bij de Nederlandse chipfabrikant ASML, in maart dit jaar. Want als zelfs het paradepaardje van de Nederlandse economie niet veilig is voor hackers, wie dan nog wel?
„Goede vraag. Nederland is naïef op dit punt. Dat ligt aan ons voorstellingsvermogen. Net zo min als ik geïnteresseerd ben in hoe mijn horloge werkt, omdat ik alleen wil weten hoe laat het is, zijn mensen die op hun computer of iPad werken zich niet bewust van de risico’s die ze lopen. Tot er met hun creditcardgegevens geld van hun rekening is gehaald. Of het unieke ontwerp van een nieuw product.”
Bertholee vertelt graag wat zijn dienst doet om de schade door de jaarlijks toenemende hacking te beperken. Minder graag praat hij over de kritiek op zijn dienst, recentelijk nog verwoord door deskundigen en twee oud-medewerkers in deze krant. Door de bezuiniging van 70 miljoen euro op de AIVD en een reeks verkeerde beslissingen van de leiding, zou op de werkvloer sprake zijn van „een explosieve situatie”.
Uiterst ongelegen aandacht voor een dienst die graag in de luwte opereert. Op de al even zeldzame, publieke kritiek op zijn persoon door dezelfde critici („Bertholee is geen man met een inlichtingenvisie”) wil hij niet reageren. Afgemeten: „Ik heb het allemaal gelezen, maar ik heb geen enkele behoefte daarop te reageren.”
Terug naar de alarmerende inbraak bij ASML. Bertholee, die niet op individuele gevallen wil reageren: „Goede digitale beveiliging is voor een land als Nederland met zoveel specialistische kennis essentieel. En tegelijkertijd een helse klus. Je kunt organisaties fysiek en digitaal helemaal dichtmetselen, er blijft altijd ergens een gaatje. Soms in de software, soms bij mensen. Mensen zijn nu eenmaal snel geneigd een mail te openen die er betrouwbaar uitziet. Ik ken de verleiding, als ik een aanbieding krijg voor een bijzondere marathon, bij wijze van spreken. Een zwakke plek is er altijd. Als je precies dat foutje weet te vinden, kun je binnenkomen.”
De zoektocht naar dat gaatje gebeurt met ongekende hevigheid, zegt Bertholee. Met name door Chinese hackers. „Een onafhankelijke Amerikaanse instelling heeft vorig jaar een rapport gepubliceerd waarin zo’n Chinese bedrijfsaanval is geanalyseerd. De aanval was te herleiden naar een locatie in China waar een militaire cybereenheid van het Chinese Volksleger met behulp van universiteiten grootschalige aanvallen op allerlei doelen uitvoerde. Dus universiteiten en bedrijven werken samen met Defensie! De schatting was dat daar dagelijks zeker 100.000 Chinezen mee bezig zijn. Moet je voorstellen... Mijn hele dienst bestaat uit 1.300 mensen. We zijn wel erg slim, maar dit...”
...is vechten met twee handen gebonden op de rug?
„Nou, in ieder geval één. En toch zou ik niet anders willen. Want wij houden ons wel aan de wet.”
Juist dat laatste is wat een aantal Nederlandse strafrechtadvocaten betwist. Ze hebben samen met hun beroepsvereniging een kort geding aangespannen tegen de AIVD omdat ze tussen 2003 en 2014 ten onrechte zouden zijn afgeluisterd. Iets wat in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, stellen ze. Bertholee maakt zich geen zorgen. „Ik heb alle vertrouwen in een goede afloop.”
Hij gaat er voor zitten. „De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten maakt voor niemand een uitzondering. Dat is niet voor niets. Wij proberen namelijk terroristische misdrijven voor te zijn. Daarin is iedereen gelijk. Het enige verschil is dat wij voor mensen die in het strafrecht verschoning genieten, een extra procedure hebben. We mogen een advocaat dus alleen afluisteren als we een ernstig vermoeden hebben dat deze een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. En niet omdat een deel van zijn clientèle toevallig onze belangstelling heeft. Daarnaast zijn we verplicht de minister te wijzen op het feit dat het gaat om iemand die verschoning geniet. Wat direct tot gevolg heeft dat de termijn van afluisteren wordt ingekort.” Dan: „En dat wordt állemaal gecontroleerd door een onafhankelijke toezichthouder.”
Het is niet voor het laatst in het gesprek dat Bertholee wijst op de „onbeperkte mogelijkheden tot controle” door de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten om de kritiek op zijn dienst te pareren. Maar de momenten waarop die instantie soms forse kritiek uitte op de werkwijze van de AIVD, waren de afgelopen jaren bepaald niet de enige keren dat de dienst negatief in het nieuws kwam. Zwakke optredens brachten verantwoordelijk minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken, PvdA) in 2014 bijna ten val. Het tumult zette ook de AIVD volop in de schijnwerpers.
Bij de rij critici schaarde zich onlangs Edward Snowden. De klokkenluider die in 2013 een berg documenten openbaarde over de werkwijze van zijn voormalige werkgever NSA; de Amerikaanse inlichtingendienst die op grote schaal data verzamelt. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met bevriende landen als Groot-Brittannië – en ook Nederland. In een interview met Nieuwsuur en de Volkskrant verweet Snowden de AIVD zich te gedragen als de schoothond van de NSA. Nederland biedt die dienst „onbeperkte toegang”, aldus Snowden. „Jullie diensten werken in feite voor de Amerikanen.”
Bertholee: „Dat is echt absolute bullshit.” Na een slok koffie: „Ik heb verbaasd geluisterd naar de ongelofelijke inzichten die hij leek te hebben opgedaan over de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdienst.”
Snowden weet niet waarover hij praat?
Bertholee haalt zijn schouders op. „Wat móét ik ermee?”
U afvragen of Snowden, gezien zijn werkervaring bij de NSA en de onthulde documenten, een punt heeft.
Bertholee lacht schamper. „Neem zijn suggestie in de interviews dat wij overleg zouden hebben gehad met de NSA over de nieuwe wet [met verruimde opsporingsmogelijkheden] waaraan wij ons straks moeten houden. Ik kan me niet voorstellen dat hij daar een document over heeft om te openbaren. Er heeft namelijk geen overleg plaatsgevonden.”
Hoe beziet u Snowden?
„Ik zie iemand die vastzit in Moskou, geen kant uitkan en door de Amerikanen wordt beschouwd als een vijand van de staat. Dan denk ik: hoe komt zo iemand aan al die zogenaamde kennis over wat er in Nederland gebeurt?”
En, wat is daarop het antwoord?
„Dat ik het in ieder geval niet weet. En dat het me verder ook geen ros interesseert. Ik vind hem niet spannend genoeg om daar verder in te duiken.”
Dat is opmerkelijk, want hij bepaalt in grote mate de publieke opinie over hoe geheime diensten met burgers omgaan.
„Dat is waar. Maar wat kan ik daar tegenover zetten?”
Enigszins geïrriteerd: „Het is ook wel een verschil tussen de journalistiek en ons werk. Wij worden als geheime dienst, zonder enige restrictie, gecontroleerd door een onafhankelijke toezichthouder. Door wie worden jullie, die mensen als Snowden een podium geven, gecontroleerd? Door niemand. Toch?”
Begrijp me niet verkeerd, benadrukt Bertholee meteen. Hij wil niet het hele journaille over één kam scheren, maar: „Wie biedt meneer Snowden nou echt tegenspel?” De journalistiek niet. Die loopt met hem weg, vindt hij.
Grote vraag is: waarom dient Bertholee hem zelf niet meer van repliek, als Snowden er zo naast zit met zijn kritiek? „Dan zeg ik: het is niet zo. Dat wordt een welles-nietes-spelletje en dan gaat het weer over onszelf.”
Nee, liever verwijst Bertholee naar het vorige week uitgebrachte jaarverslag van zijn dienst. „Noem mij één vergelijkbare dienst in Europa die dat ook doet.” Tevreden: „Precies, die is er niet.”