Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Politiek

‘Bed-bad-brood heeft een aanzuigende werking’

Dat zegt de PVV

Illustratie Jet Peters

De aanleiding

Bed-bad-brood, dat was de afgelopen week een spannend politiek onderwerp. Moet de Nederlandse overheid deze basisvoorzieningen aanbieden aan uitgeprocedeerde asielzoekers? De coalitie van PvdA en VVD kwam vorige week tot een compromis: ja, er komt door het Rijk betaalde opvang, maar alleen op een beperkt aantal plekken en voor een beperkte tijd.

Een argument van tegenstanders van bed-bad-brood duikt vaak in de media op: de ‘aanzuigende werking’ die dit soort opvang met zich mee zou brengen.

Op de website van de PVV staat: ‘opvang [...] aan uitgeprocedeerde asielzoekers zal een enorme extra aanzuigende werking hebben’. Het argument gaat al een tijdje mee: ook Leefbaar Rotterdam noemde de opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers vorig jaar november in nrc.next in één adem met de aanzuigende werking. Hoe zit dat?

En, klopt het?

Als je stelt dat bed-bad-brood een aanzuigende werking heeft, dan ga je ervan uit dat asielzoekers een welbewuste keuze maken voor een bepaald land. Is dat zo?

Verschillende onderzoekers hebben geprobeerd migratiestromen van asielzoekers zo goed mogelijk in kaart te brengen. Marcelle Reneman, verbonden aan de sectie migratierecht van de Vrije Universiteit Amsterdam, zette verschillende belangrijke studies op een rij op verblijfblog.nl, een site waarop nieuws over dit onderwerp wordt bijgehouden. Naar die studies kijken we.

De vraag – hoe kom je hier terecht? – mag eenvoudig klinken, het antwoord is dat niet. In de woorden van Australische onderzoekers in een grote studie (Destination anywhere, 2013): asielzoekersstromen zijn ‘complex, onoverzichtelijk en ongeorganiseerd’. Drie factoren spelen een rol. Een studie in opdracht van de Britse overheid (Understanding the decision-making of asylum seekers, 2002) zet ze op een rij.

De eerste factor is de tussenpersoon of, in minder neutrale termen, mensensmokkelaar. Die kiest bijvoorbeeld op basis van al bestaande contacten of het gemak waarmee een land bereikt kan worden. Het komt voor dat asielzoekers zelf van tevoren niet weten waar ze terechtkomen.

Die tweede factor is geld: een asielzoeker met meer geld heeft meer keuzevrijheid, weinig geld betekent vaak gewoon de grens over naar een buurland.

En de derde is de situatie in het thuisland. Hoe gevaarlijker het daar is, hoe sneller iemand zal willen vertrekken – dat geeft dan bijvoorbeeld minder tijd om te plannen.

Er valt dus niet altijd veel te kiezen. Maar wanneer er wel een keuze is, wat speelt er dan mee? De belangrijkste overweging, zo blijkt uit onderzoek, is familie (of andere sociale netwerken) en een historische verbondenheid met een westers land, zoals vroegere koloniale banden.

Hoe zit het dan met bed-bad-brood? Op dit moment wordt er door uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland weinig gebruik gemaakt van de bed-bad-brood-regelingen die sommige steden aanbieden: je kunt je afvragen hoeveel aanzuigende werking daar dan van uitgaat. Maar naar deze specifieke regeling is geen onderzoek gedaan. We kunnen wel iets zeggen over de consequenties van asielbeleid in zijn algemeenheid. In verschillende studies wordt onderzocht hoeveel invloed een restrictief – of juist ruim – asielbeleid heeft op asielaanvragen. En die lijkt (zeer) beperkt. Er zijn onderzoekers (zoals Eric Neumayer, Asylum destination choice, 2004) die bewijs hebben gevonden dat een streng asielbeleid een beetje invloed heeft op de totale toestroom van asielzoekers. Andere onderzoekers vinden helemaal geen bewijs dat beleid verschil maakt. Asielzoekers weten vaak überhaupt (bijna) niets van het asielbeleid van de landen waar ze heengaan – en dus worden ze er ook niet door aangetrokken of afgeschrikt. Ze hebben meer algemene ideeën over een bestemming (zoals: tolerant en democratisch), schrijven de Britse onderzoekers.

Wil dit dan zeggen dat voorzieningen als bed-bad-brood géén aanzuigende werking hebben? Nou nee, dat is ook niet bewezen. Reneman van de Vrije Universiteit concludeert: ‘het is dus niet aangetoond dat het asielbeleid aanzuigende of juist afschrikkende werking heeft, maar het is ook niet uitgesloten’.

Conclusie

Het is moeilijk om met zekerheid te zeggen wat voor invloed asielbeleid heeft, causale verbanden zijn niet of nauwelijks te leggen. Wat wel duidelijk is: op basis van het onderzoek dat er nu is, kun je in ieder geval niet met zekerheid zeggen dat bed-bad-brood wel een aanzuigende werking heeft. De stelling is ongefundeerd.