Het was een pijnlijk moment, zondag, voor Peter Wakkie en de andere commissarissen van ABN Amro. Twee dagen daarvoor hadden zij de omstreden salarisverhoging voor zes bestuurders bij ABN Amro nog voluit verdedigd. Afspraak is afspraak, vond de raad van commissarissen. Maar zondag zagen de zes toch van dat extra salaris af.
De maatschappelijke en politieke verontwaardiging schaadde de bank en leidde er zelfs toe dat minister Dijsselbloem (Financiën, PvdA), de beursgang van ABN Amro uitstelde.
Was de pontificale verdediging van de salarisverhoging een inschattingsfout van de commissarissen? Het gaat Peter Wakkie, sinds 2009 commissaris bij ABN Amro, in het bijzonder aan. Als voorzitter van de commissie die verantwoordelijk is voor het beloningsbeleid was hij in feite de architect van de omstreden salarisverhoging.
Tot nu toe wilden de commissarissen hun besluit niet toelichten. Nu spreekt Wakkie zich toch uit. Nog steeds verdedigt hij de salarisverhoging ten volle, wat ieder ander er ook van vindt. En voor de top van de bank en alle andere werknemers heeft hij niets dan waardering, wil hij nog eens gezegd hebben.
Wanneer heeft de raad van commissarissen het besluit over de salarisverhoging genomen?
„Dat was in het voorjaar van 2012. Reden was dat de bestuurders vanaf dat jaar geen recht meer hadden op een variabele beloning. Door een nieuwe wet mogen instellingen met staatssteun geen variabele beloningen meer uitkeren. Wel mogen ze dat bedrag gedeeltelijk compenseren in het vaste salaris. Dat hebben we dus gedaan: de bestuurders kregen recht op 100.000 euro extra vast salaris. Voorheen kregen ze 600.000 euro vast en 300.000 euro variabel als ze hun doelstellingen haalden. Dat werd dus 700.000 euro, zonder variabel deel. In feite is hun salaris dus met twee ton verlaagd.”
Dat is inclusief bonus. Een bonus is een extraatje. Waarom zouden ze daar recht op hebben?
„De bestuurders hebben hun doelstellingen steeds met vlag en wimpel gehaald. Als je die gehaald hebt, heb je recht op die bonus. Die hebben ze al sinds 2010 niet meer ontvangen. In werkelijkheid hebben ze dus 1,5 miljoen laten liggen.”
Maar dan gaat u ervan uit dat ze die prestatie voortzetten in de jaren die nog moeten komen.
„Dat is waar. Maar van de wetgever mag je het salaris tot 20 procent verhogen om het wegvallen van de variabele beloning te compenseren. Daar hebben wij minder van gemaakt: 17 procent.”
Heeft de raad van commissarissen overwogen om geen salarisverhoging toe te kennen?
„Nee. Ik vind het niet aanvaardbaar om te zeggen: we hebben je aangenomen op dit salaris, maar dat gaan we nu met eenderde korten. Want dat doe je in wezen.”
Was hier nog discussie over binnen de raad van commissarissen?
„Nee, wij vonden dat de bestuurders aanspraak mochten maken op die verhoging van een ton. Wij hebben hun een arbeidscontract gegeven van 900.000 euro per jaar inclusief variabele beloning, niet van 600.000 euro.”
Heeft de stichting die de aandelen ABN Amro beheert destijds bezwaar gemaakt tegen de salarisverhoging?
„Nee, niks, nul. De stichting heeft de salarisverhoging goedgekeurd.”
Is er destijds discussie geweest over de maatschappelijke gevoeligheid?
„In mijn herinnering is dat niet aan de orde geweest. De bestuurders hebben wel in 2012 en 2013 zelf afstand gedaan van die extra ton salaris, vanwege het maatschappelijk sentiment.”
Had u zorgen over de commotie die deze verhoging zou veroorzaken?
„We wisten dat er commotie zou ontstaan. Maar op deze omvang hadden we niet gerekend.”
Waarom niet?
„ In de eerste plaats zijn we er niet in geslaagd goed uit te leggen dat dit rechtvaardig is. Iedereen roept: voor alle medewerkers geldt de nullijn! Maar de bestuurders gaan er 30 procent op achteruit. En ik had verwacht dat de minister anders zou reageren. Dat hij zou zeggen: dit besluit is onder mijn voorganger genomen. Wat ik ervan vind, is niet relevant.”
Waarom is besloten de bestuurders in 2014, anders dan in 2012 en 2013, wel salarisverhoging te geven?
„Ze hebben hun variabele beloning moeten opgeven en hebben ook twee jaar vrijwillig afstand gedaan van waar ze recht op hebben.”
Heeft de raad van bestuur gevraagd om de salarisverhoging, of stelde de raad van commissarissen die voor?
„Dat is in overleg gegaan.”
Iemand moet toch als eerste dat idee hebben?
„Mensen hebben soms ook gezamenlijke ideeën.”
De bestuurders werken bij een staatsbank. Ze hadden kunnen weten dat beloningen gevoelig liggen.
„Ja, maar dan hadden daar meteen duidelijke afspraken over gemaakt moeten worden. Maar de toenmalige minister heeft in 2009 gezegd: ik moet goede mensen hebben en ik ga ze dit pakket bieden. Als hij had gezegd: dit is een staatsbank en je krijgt 150.000 euro, dan had hij die mensen niet binnengekregen.”
Denkt u achteraf: we hadden beter nog een jaartje kunnen wachten?
„Over een jaar zou dezelfde commotie zijn ontstaan.”
Wat vindt u van alle verontwaardiging?
„Daar heb ik een eigen mening over, maar die wil ik niet delen. Dat zou niet goed zijn voor de bank – daar moet de rust nu terugkeren.”