Zesendertig jaar en nog steeds een tovenaar op de racemotor. Denk niet dat Valentino Rossi aan het afbouwen is. En uitgerangeerd is de Italiaanse wegracer al helemaal niet, bleek gisteravond in de de Qatarese woestijn, waar hij op het Losailcircuit de eerste grand prix won van het nieuwe seizoen in de MotoGP.
Rossi’s overwinning – zijn 109de – betekent een opsteker voor Yamaha, dat in de testraces in de aanloop naar het seizoen niet was opgewassen tegen de motoren van Honda en Ducati. Tot gisteravond in een grand prix bij kunstlicht. Rossi bleef in een enerverende race de twee Ducati’s met de Italianen Andrea Dovizioso (tweede) en Andrea Iannone (derde) voor. Het verschil met Dovizioso was op de streep slechts 0,174 seconde.
Mogelijk opvallender dan de zege van Rossi was de vijfde plaats van wereldkampioen Marc Márquez, de Spanjaard die vorig jaar heerste als een vorst. Hij moest ook Rossi’s teamgenoot Jorge Lorenzo laten voorgaan.
Maar er gebeurde achter de rug van Rossi nog iets speciaals. Ducati is terug in de race na jaren een bijrol te hebben gespeeld. Met dank aan de nieuwe motor Desmosedici GP15, kortweg de GP15 genoemd.
De combinatie MotoGP en Ducati verliep jarenlang moeizaam. Hoe de fabrikant uit Bologna ook sleutelt, de wereldtitel is slechts één keer gewonnen: in 2007 door de Australiër Casey Stoner, die eind 2012 is gestopt.
Om het gat met Yamaha en de laatste jaren vooral Honda te dichten investeerde Ducati aanvankelijk in rijders. Maar zelfs negenvoudig wereldkampioen Rossi tilde de motor uit zijn vaderland niet naar het hoogste niveau. In 2011 en 2012 bleef hij in de wereldtitelstrijd steken op respectievelijk de zevende en zesde plaats. Ondermaats voor een racer die tot dan louter podiumplaatsen opeiste.
Ducati mag onder motorliefhebbers een cultstatus hebben verworven, ermee racen bleek niet eenvoudig. De Nederlandse oud-wegracer Jurgen van den Goorbergh deed in 2005 in de klasse Supersport de Ducati al na drie races van de hand. Zijn commentaar destijds: „Ik kan niet met de Ducati overweg. In een hogesnelheidssport moet je met een motor ‘getrouwd’ zijn. Maar een prachtige vriendin is niet per se een perfecte echtgenote.”
Voor dit racejaar besloot Ducati tot een drastische ingreep. In het vertrouwde aluminium chassis is een compleet nieuwe motor gebouwd. De V4-motor is bovendien iets naar achteren verplaatst, zodat de voorvork meer ruimte heeft gekregen, wat de stabiliteit van de motor bevordert.
Misschien nog belangrijker was de doorontwikkeling van de seamless gearbox. Na Honda rustte Ducati als tweede zijn fabrieksteam met dit nieuwste transmissiesysteem uit. Intussen heeft ook Yamaha voor Rossi en Lorenzo een seamless gearbox ontwikkeld. Maar het verst gevorderd van alle lijkt Ducati.
Het nieuwste systeem is gebaseerd op vermogenswinst bij het schakelen. Waar in de oude situatie bij elke wisseling van versnelling de kracht van de motor iets afnam, is daar bij een seamless gearbox geen sprake van. Simpel gesteld: er gaat bij het schakelen helemaal geen power verloren. In combinatie met de constructiewijzigingen maakt Ducati vrijwel zeker daarmee (voorlopig) het verschil met Honda.