Lang stond het Residentie Orkest bekend om zijn vernieuwende programmering. Ook met Nederlandse muziek had het een naam opgebouwd. Die traditie is geleidelijk aan afgebrokkeld, en de realiteit is dat het orkest (welk orkest eigenlijk nog wel?) het zich nu niet meer zou kunnen permitteren om zoveel nieuw werk uit te voeren als in de hoogtijdagen.
Maar zaterdag waanden de bezoekers in de Haagse Dr. Anton Philipszaal zich tijdens het festival Dag in de Branding weer even in de jaren tachtig. Reinbert de Leeuw mocht een programma samenstellen en koos voor Pierre Boulez’ Rituel in memoriam Bruno Maderna (1975) en Louis Andriessens De Tijd (1981). De keuze voor Boulez had alles te maken met met diens verjaardag: vorige week werd hij negentig. En het stuk van Andriessen is nauw verbonden met Den Haag. Reinbert de Leeuw dirigeerde er de première in het Koninklijk Conservatorium.
Rituel kreeg een spannende vertolking. In De Tijd leken de strijkers onwennig met hun strakke partij, waardoor de traag afwikkelende akkoordprogressies af en toe wat wankel waren. Maar het orkest groeide, en de zaal beloonde het na afloop met luid applaus. Een ander hoogtepunt vond plaats in het Korzo Theater. Daar speelden pianisten Emiel Janssen en Tijn Sabel met slagwerkers Niek KleinJan en Konstantyn Napolov Music for a Summer Evening van George Crumb. Te midden van een gigantisch arsenaal van slagwerk (wat een coördinatie!) en geprepareerde piano’s maakten ze er een feest van – een heerlijke, zomerse ode aan de boventonen.