Al-Mu’tasim Billah, Sufyan Al-Omari en Omar Al-Masri zijn 21-jarige Egyptenaren uit Port Said. Ze studeren alle drie aan de Al-Azhar Universiteit in Kairo, de oudste en meest prestigieuze in de islamitische wereld. Maar geen van hen is van plan af te studeren. Het zijn ook niet hun echte namen, maar noms de guerre die zij zichzelf hebben gegeven voor hun nieuwe leven als strijders van de Islamitische Staat (IS).
Al-Mu’tasim Billah reisde zes maanden geleden naar Syrië om zich daar bij IS aan te sluiten. Al-Omari wil hem zo snel mogelijk achterna. Al-Masri zoekt het dichter bij huis: hij hoopt zich aan te sluiten bij de Wilayat Sinai, een groep op het Sinaï-schiereiland die trouw heeft gezworen aan IS.
Dat is, zeggen ze, het logische gevolg van het onderwijs dat ze hebben gekregen sinds ze op hun zesde in het schoolsysteem van Al-Azhar terechtkwamen. „IS komt niet uit de lucht vallen. De teksten waar IS zich op beroept, zijn precies wat wij op Al-Azhar hebben geleerd”, zegt Al-Omari. „Het verschil is dat IS de teksten ook echt in de praktijk brengt.”
Ironisch genoeg vindt het gesprek plaats in een vijfsterrenhotel in Kairo, waar op dat moment een congres plaatsvindt over de „fouten van de moslims” en „hoe die te corrigeren”. Al-Omari is hier als journalist voor een website die aanleunt tegen de Moslimbroederschap, een oppositiebeweging die door president Sisi is verboden.
Het congres was een respons op de speech die Sisi op nieuwjaarsdag hield voor Al-Azhar. Hij zei dat de islam behoefte heeft aan een ‘religieuze revolutie’. „Het corpus van teksten en ideeën dat wij door de eeuwen heen als heilig zijn gaan beschouwen, tot het punt dat ervan afwijken bijna onmogelijk is geworden, jaagt de hele wereld tegen ons in het harnas”, aldus Sisi. „Jullie imams hebben een verantwoordelijkheid tegenover Allah. De hele wereld wacht op jullie volgende zet.”
Het is niet voor het eerst dat Al-Azhar wordt aangesproken op de manier waarop het sinds het jaar 975 de islam onderwijst. Maar sinds IS op het toneel is verschenen is het moeilijker geworden om de kop in het zand te steken.
Niemand zegt dat Al-Azhar zelf oproept tot het doden van christenen of het verkrachten van Yazidi-vrouwen goedkeurt. Alleen: de hadiths (de overlevering van de woorden van de profeet door zijn tijdgenoten) waarop IS zich beroept om zijn gruweldaden te rechtvaardigen, staan bijna allemaal in het curriculum van Al-Azhar. In het schoolsysteem wordt kinderen vanaf twaalf jaar oud de jihad aangeleerd.
Al-Azhar is meer dan een universiteit. Het wordt beschouwd als de hoogste autoriteit in de sunnitische islam. In Egypte mag geen enkel boek over de islam verschijnen zonder goedkeuring van Al-Azhar. Het instituut heeft ook internationaal invloed. Het stuurt imams naar islamitische centra overal ter wereld. Het geeft studiebeurzen aan duizenden buitenlandse studenten om in Kairo de shari’a te bestuderen. In Egypte bestuurt het een gigantisch schoolsysteem van de basisschool tot de universiteit. Het is een erg gesloten systeem: wie er op zesjarige leeftijd binnenkomt, mag alleen nog bij Al-Azhar universitair onderwijs volgen.
Ongelovigen opeten
Wanneer Ahmed Abdo Maher in Egypte op tv komt – „vijfhonderd keer”, zegt hij trots – citeert hij altijd dezelfde hadith. Die komt uit een schoolboek van Al-Azhar en gaat over kannibalisme: „Het is een moslim toegestaan om ongelovigen te doden en op te eten, op voorwaarde dat het vlees niet gekookt of gebakken wordt” leest Abdo Maher voor in zijn kantoor in Kairo. „Dit is wat Al-Azhar onderwijst aan kinderen op de middelbare school!”
Abdo Maher is advocaat, ex-politieman en al tien jaar een van de felste critici van Al-Azhar. „Men zegt dat Al-Azhar gematigd is. Dat is onzin. IS, Boko Haram, Al-Qaeda... ze gaan allemaal terug op de manier waarop Al-Azhar de islam interpreteert.”
Abdo Maher zal de passage over kannibalisme niet lang meer kunnen gebruiken. Vanaf volgend schooljaar staat hij niet meer in de schoolboeken. Het is een van de wijzigingen die Al-Azhar – in een reactie op Sisi’s speech – heeft doorgevoerd. „We hebben een aantal hadiths verwijderd die verkeerd begrepen kunnen worden door mensen met slechte bedoelingen”, zei Abbas Shoman, nummer twee van Al-Azhar, in een interview met tv-zender Youm7.
De jihad wordt nog wel onderwezen maar pas vanaf veertien jaar, in plaats vanaf twaalf nu. „Heel jonge studenten zouden het concept verkeerd kunnen begrijpen”, aldus Abbas. Ook passages over slavernij en vrouwelijke gevangenen zijn verwijderd. Die laatste werden door IS gebruikt om het verkrachten van Yazidi-vrouwen te rechtvaardigen.
Eens moslim, altijd moslim
Niemand kan zeggen dat Al-Azhar houdt van IS. In februari, nadat IS de Jordaanse piloot Moez Al-Kassasbeh levend had verbrand, riep Ahmed Al-Tayeb, het hoofd van Al-Azhar, nog op om de daders te „doden, kruisigen of hun ledematen af te hakken”. En toch heeft Al-Azhar IS nooit „onislamitisch” genoemd, zoals president Obama graag doet. Al leek het daar in december wel even op.
De mufti van Nigeria, Ibrahim Saleh al-Hussaini, had tijdens een conferentie van Al-Azhar in Kairo een oproep gedaan om IS als ongelovigen te bestempelen.
Een week later verpreidde Al-Azhar een mededeling. De pers had de mufti verkeerd begrepen. „Geen enkele gelovige, ongeacht zijn zonde kan tot afvallige verklaard worden.” Al-Azhar heeft in zijn geschiedenis nog nooit iemand afvallig verklaard, verduidelijkte Abbas Shoman.
Samar Faraf Foda, dochter van de in 1992 vermoorde schrijver Farag Foda, weet wel beter. Zij belde onmiddellijk een tv-zender op. De moord op mijn vader was juist het gevolg van fatwa’s door de sjeiks van Al-Azhar. Die verklaarden hem tot afvallige omdat hij opriep tot een scheiding tussen kerk en staat”, zei ze.
Dat is typisch Al-Azhar, zegt Mohamed Abdullah Nasr, zelf afgestudeerde van de imam-opleiding van Al-Azhar, nu een criticus die geregeld op televisie komt. „Al-Azhar heeft de definitie veranderd van wie moslim is” zegt hij.
„Volgens de Koran is iedereen die zich schikt naar de wil van God een moslim. Al-Azhar heeft dat vernauwd tot wie zich heeft bekeerd tot de islam. Eenmaal moslim, altijd moslim, wat je ook misdoet. Je hoeft geen goed mens te zijn om in het paradijs te komen; moslim zijn volstaat.”
Abdullah Nasr, beter bekend als sjeik Mizo, werkt aan een boek over Al-Azhar. De werktitel is Duizend jaar leugens. Hij zegt dat er drie manieren zijn waarop je Al-Azhar kunt verlaten: als atheïst, extremist, of hervormer. „Ik ben een hervormer. Maar Al-Tayeb, het hoofd van Al-Azhar, heeft mij ooit op televisie uitgemaakt voor ongelovige, omdat ik durfde te betwisten dat mensen die de islam verlaten gedood moeten worden.”
Net als Abdo Maher legt Abdullah Nasr de verantwoordelijkheid voor IS bij Al-Azhar. „Wat zij prediken is wat Daesh [IS] doet”, zegt hij. „En zelfs als Al-Azhar-studenten niet bij Daesh gaan, dan nog houden ze deze ideeën in hun hoofd. Ze verspreiden de ideologie in hun gemeenschappen.”
Sufyan al-Omari heeft er lak aan of Al-Azhar hervormt of niet. „Al-Azhar is niet langer relevant. Zij zijn de spreekbuis van het regime geworden.” Al-Omari heeft een punt. Uit het lessenpakket is niet alleen geschrapt; er is ook iets aan toegevoegd. Vanaf volgend schooljaar leren de kinderen dat het ‘ontoelaatbaar is om het heersende regime ongehoorzaam te zijn’.
Al-Azhar is altijd schatplichtig geweest aan de staat. Het hoofd van het instituut wordt benoemd door de president en Al-Azhar wordt gefinancierd door de staat.
Toen president Morsi van de Moslimbroederschap in 2013 werd afgezet door Sisi, destijds legerleider, koos Al-Azhar resoluut partij voor Sisi. Sjeik Al-Tayeb verscheen samen met de generaal op tv.
Later, nadat honderden aanhangers van Morsi op straat in Kairo waren doodgeschoten, zei toenmalig Grootmufti Ali Gomaa in een toespraak tot officieren: „Geprezen zijn zij die hen doden, want zij staan dichter bij Allah.” Het bloedbad van Raba’a, en de opstelling van Al-Azhar, was de katalysator voor de radicalisering van de drie jongens uit Port Said.
„Al-Azhar heeft het verkeerde bloedvergieten toelaatbaar gemaakt”, zegt Al-Masri in een koffiehuis in Kairo. „Het gaat allemaal om de heilige teksten. Wij volgen Al-Azhar noch IS; wij volgen de islam. Op dit moment past IS de teksten op de meest consequente wijze toe.”
Gehersenspoeld
Beide jongens zien er niet uit als salafisten. Al-Omari’s motivatie om naar Syrie te gaan is eerder politiek dan religieus. Hij beschouwt zichzelf als een revolutionair en hij heeft vrienden onder de seculiere activisten van het Tahrirplein. „Tot Raba’a dacht ik nooit aan gewelddadige actie”, zegt hij. „Nu denk ik dat het de enige manier is. De Ultra-voetbalsupporters [die een grote rol speelden tijdens de opstand tegen Mubarak, red.] kiezen voor confrontatie met de politie; ik kies voor IS.”
Als hij bij IS terecht komt, hoopt Al-Omari „iets met video” te doen. Hij en zijn vrienden deden mediastudies aan Al-Azhar. Dat heeft voor Al-Masri en Al-Omari geen nare bijklank. De video van de Jordaanse piloot die levend werd verbrand, vervulde hen met blijdschap. „Hij is gestorven zoals de burgers die hij gebombardeerd heeft: door vuur. Het is een waarschuwing aan anderen”, zegt Al-Omari.
Ook de onthoofding van twintig Egyptische kopten in Libië liet hen koud. „Waar was de koptische kerk toen de aanhangers van de Moslimbroederschap werden doodgeschoten?” zegt Al-Omari.
Ze praten vaak met hun vriend Al-Mu’tasim Billah – ‘hij die Allah zoekt’ – die is gevestigd in de buurt van de stad Deir Es-Zor in Syrië. „Hij zegt dat hij chocolade eet als ontbijt, lunch en avondmaal en kebab wanneer hij maar wil”, zegt Al-Omari.
„Hij zegt dat het leven daar veel beter is dan in Egypte”, vertelt Al-Masri. „Hij heeft alleen spijt dat hij niet eerder is gegaan. Hij roept mij en al zijn vrienden voortdurend op om ook te gaan.”
Al-Omari had er al moeten zijn. Maar de politie is vorige week binnengevallen bij de ouders van Al-Mu’tasim Billah en vijf van zijn vrienden, onder wie Al-Omari. „Ik was niet thuis. Maar het gaat wat langer duren voor ik kan vertrekken."
Sinds december moeten Egyptische mannen tussen achttien en veertig jaar oud namelijk speciale toestemming hebben om naar Libië of Turkije te mogen reizen. Hoeveel Egyptenaren naar IS in Syrië, Irak of Libië zijn vertrokken is niet bekend. Egypte zegt zeshonderd, maar het kunnen er veel meer zijn.
Advocaat Abdo Maher heeft jongens als deze drie al opgegeven. „Zij zijn gehersenspoeld door Al-Azhar. Het is een verloren generatie. We moeten naar de volgende generatie kijken: Al-Azhar sluiten en opnieuw beginnen.”
Over één ding zijn de meeste experts het eens: het verwijderen van aanstootgevende hadiths uit het lessenpakket heeft geen zin. „Ze blijven immers in andere boeken staan, met name in Al-Bukhari,” zegt Abdullah Nasr. Dat is de belangrijkste collectie van hadiths. Al-Azhar beschouwt het als het belangrijkste boek na de Koran.
„Laat ze staan maar leg uit waarom ze niet van toepassing zijn in de moderne tijd”, zegt H.A. Hellyer, een Brits-Egyptisch expert van het Midden-Oosten en de islam, die is verbonden aan de Amerikaanse denktank Brookings Institution. „Anders geef je anderen het excuus om te zeggen dat Al-Azhar ze alleen verwijderd heeft omdat dat moest van Sisi.”
Hellyer vindt niet dat Al-Azhar extremistisch is. „Al-Azhar is conservatief, zeer conservatief zelfs. En ze leiden hun studenten niet op om weerwerk te bieden tegen het extremisme. Dat is een probleem. Deze drie jongens hadden de laatste moeten zijn waar IS greep op kon krijgen. Het is een wake-up call.”