Er is geen ontkennen meer aan. De Verenigde Staten vechten zij aan zij met aartsrivaal Iran tegen de terreurbeweging Islamitische Staat (IS) in Irak. Gisteren hebben Amerikaanse straaljagers voor het eerst bombardementen uitgevoerd op stellingen van IS in Tikrit. De geboortestad van oud-dictator Saddam Hussein wordt al weken belegerd door een verzameling shi’itische milities die onder bevel staan van de Iraanse generaal Ghassem Soleimani.
Maar na een succesvol begin is het offensief vastgelopen op taai verzet van IS-strijders in het centrum van de stad. De Iraakse regering en de milities zeiden aanvankelijk dat ze de hulp van de Amerikanen niet nodig hadden, maar vorige week vroeg premier Abadi alsnog om luchtsteun.
De VS hebben lang geaarzeld zich in de strijd om Tikrit te mengen. Niet alleen uit vrees dat de milities wraak zouden nemen op sunnitische burgers maar juist ook vanwege Irans grote rol bij het offensief.
Met de bombardementen hopen de Amerikanen het initiatief over te nemen van Iran. De VS stellen als voorwaarde dat de milities een stap terug doen, zodat de antiterreureenheden van de Iraakse regering een grotere rol kunnen spelen. De Amerikanen hopen zo de positie van premier Abadi ten opzichte van Iran en de machtige milities te versterken.
Tijdens de Amerikaanse bezetting van Irak stonden de VS en Iran nog lijnrecht tegenover elkaar. Verschillende milities die meevechten bij Tikrit, hebben destijds met steun van Iran aanslagen gepleegd op Amerikaanse troepen. De commandant van een van die milities, die in 2007 nog vijf Amerikaanse militairen ontvoerde in de stad Kerbala, zette onlangs trots een foto van zichzelf met Soleimani op Twitter. De Iraanse generaal heeft het front inmiddels verlaten.
De ironie van de geschiedenis is Amerikaanse Congresleden niet ontgaan. Vooral de Republikeinen maken zich zorgen. Enkele weken geleden waarschuwden de Republikeinse senatoren John McCain en Lindsey Graham dat president Obama „capituleert voor het Iraanse streven naar regionale hegemonie”.
De ongemakkelijke alliantie met Iran zet de verhoudingen binnen de internationale coalitie tegen IS op scherp. President Obama stond erop dat sunnitische landen deel zouden uitmaken van de coalitie, om de indruk te vermijden van een westerse oorlog tegen de islam. Maar er was al eerder frictie. In december staakten de Verenigde Arabische Emiraten hun luchtaanvallen nadat een Jordaanse piloot in handen van IS was gevallen. Ze eisten betere reddingsoperaties. Maar op de achtergrond speelde bezorgdheid over Irans groeiende rol.
Het is tekenend voor de lastige positie waarin de VS zich hebben gemanoeuvreerd. De strijd in Syrië en Irak vormt de belangrijkste frontlijn van de regionale machtsstrijd tussen het shi’itische Iran en het sunnitische Saoedi-Arabië. Maar in Irak steunt Washington de door shi’ieten gedomineerde regering, een bondgenoot van Iran, terwijl de VS in Syrië juist aan de kant staan van de sunnitische oppositie tegen president Assad, eveneens een bondgenoot van Iran.
De val van Tikrit zou een cruciale stap zijn in de campagne IS ook uit andere delen van Irak te verdrijven. Maar voor de zekerheid heeft premier Abadi afgelopen weekend wel de leiders van Saoedi-Arabië, Egypte, Jordanië en Turkije gebeld. Om ze gerust te stellen dat Tikrit niet zal worden gedomineerd door shi’itische milities maar door de sunnitische politie.