Warenhuisketen V&D moet de volle huurprijs betalen voor het winkelpand in Hengelo. Dat heeft de kantonrechter in Enschede beslist in het kort geding dat verhuurder Mondia Investments, de eigenaar van het Hengelose winkelpand, tegen V&D had aangespannen.
Op de rand van faillissement liet V&D zijn verhuurders in januari weten vier maanden geen huur te betalen. Het bedrijf eiste een structurele huurverlaging voor na die periode. In de onderhandelingen die hierop volgden, kwam het overgrote deel van de verhuurders met V&D tot een akkoord, waarin staat dat het warenhuis zes maanden 43 procent van de huur betaalt. Het doel: het concern behoeden voor een faillissement, waarbij de schade voor de verhuurders veel groter zou zijn.
Enkele verhuurders weigerden de overeenkomst te tekenen, waaronder Mondia. De pandeigenaar stapte naar de rechter en eiste dat V&D de volledige huur betaalt.
V&D betoogde tijdens de zitting dat de financiële positie van de warenhuisketen zo benard is, dat het te hulp schieten van V&D eigenlijk gezien moet worden als een morele verplichting van iedere verhuurder. Maar hoe triest een en ander voor V&D ook moge zijn, stelt de rechter, dat doorbreekt niet het recht van een verhuurder op de afgesproken huurprijs.
De rechter vreest „juridische chaos” als alle noodlijdende bedrijven hun maandelijkse huurverplichtingen eenzijdig drastisch verlagen door, net als V&D, een appèl te doen op de saamhorigheid in de samenleving.
De andere verhuurder die een kort geding had aangespannen, Metroprop uit Den Bosch, zegde vorige week op aandringen van de rechter toe alsnog met V&D in gesprek te gaan. De uitspraak van de rechter in Enschede kan ertoe leiden dat Metroprop de rechter toch om een vonnis vraagt. De advocaat van Metroprop was vanmorgen niet bereikbaar voor een reactie.