‘Wij vinden dat er in Nederland een onvoorstelbare hetze tegen moslims is”, vindt de heer Boukayouh van het moskeebestuur. „Onder het mom van vragen wordt wantrouwen geuit.” Ook in deze zoveelste vergadering van de Goudse gemeenteraad over de bouw van de Al Wahda-moskee in Gouda-Noord, waar een fractie heeft gevraagd of het wel snor zit met de verhouding man-vrouw in de beoogde gebedsruimte. „Juist de islamitische vrouwen zijn de drijvende kracht achter de bouw”, bezweert Boukayouh. Een zestiental vrouwen, de haren onberispelijk bedekt, knikt instemmend op een publieke tribune. Straks halen de mannen die hen daarnet in het gemeentehuis hebben afgeleverd, hen weer op.
De felste tegenstanders van het geruchtmakende gebedshuis zitten op een andere publieke tribune – de Goudse raadszaal kent drie publieke tribunes. Het zijn enkele tientallen leden van het comité ‘Gouda Noord zoals het hoort’, die gekant zijn tegen de bouw van een moskee met 1.500 plaatsen op het voormalig kazerneterrein in hun buurt. Zij houden zich stil totdat blijkt dat het college verslagen kan overleggen van zowat elk overleg met wie dan ook over de moskee, maar niet van de bijeenkomst met hun comité. Dan gaat in de gelederen van ‘Gouda Noord zoals het hoort’ een schamper lachen op.
De sfeer in de raadszaal is bepaald ijzig. Toch was de bedoeling vanavond verzoening, handreiking en een nieuw begin, nadat de vergadering van 11 maart nogal tumultueus was verlopen. Toen had het college zich geconfronteerd gezien met een dreigende nederlaag in de raad, omdat zelfs collegepartij VVD zich keerde tegen kredieten voor de mede in het bouwplan begrepen school en kinderdagverblijf. Stemming werd echter voorkomen: luttele uren voor de raadsvergadering kwam het college op de proppen met een brief van het moskeebestuur dat de nieuwe moskee best kleiner kon zijn. Dus stelde het college een heel „nieuw proces” voor, ditmaal onder de hoede van een „procesbegeleider”. Op goed overleg kun je moeilijk tegen zijn. Maar veel fracties blijven wantrouwig. Hoe klein is „kleiner” bijvoorbeeld? Geen antwoord.
‘Blijvende polarisatie en gespannen verhoudingen in de stad” dreigden, indien de eerdere plannen waren doorgezet, schrijft het college in een memo. Maar wat het stadsbestuur vooral stoort, is dat landelijke media en landelijke politici zich met de zaak zijn gaan bemoeien, en niet op een manier die het college op prijs stelt. „Hier en daar ontbreekt het volledig aan nuance. Het beeld dat dit alles oplevert is niet goed voor betrokkenen, noch voor de stad Gouda in zijn geheel.”
Ook menige raadsfractie stoort zich aan de landelijke aandacht. D66 – in andere fora toch bepaald geen persvijandige organisatie – vraagt de wethouder zelfs ervoor te zorgen dat de zaak voortaan „zo min mogelijk media-aandacht” trekt.
Haast is geboden: op 8 juli vervalt de beleidsruimte voor de gemeente, en keert alle zeggenschap over de grond terug naar het rijk, dat het kazerneterrein in eigendom heeft.