Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Boeken

#DvdW: meer dan een meester van het gemiste-kansenverhaal

Vandaag viert Bangladesh – voor de 44ste keer – Onafhankelijkheidsdag. In welke roman van de diplomaat-schrijver F. Springer (Carel Jan Schneider, 1932-2011) vormt het voormalige Oost-Pakistan het decor?

In Bougainville, verschenen in 1981 en voorzien van de ondertitel ‘Een gedenkschrift’, reconstrueert de middelbare diplomaat ‘Bo’ in Bangladesh anno 1973 het leven van zijn jeugdvriend. Deze Tommie is op een prachtig strand aan de Golf van Bengalen verdronken nadat hij zijn klasgenoot voor het eerst sinds tijden weer eens heeft opgezocht. En wat ten minste zo toevallig is: niet lang na Tommie’s dood krijgt Bo een pakket met papieren opgestuurd; en daarin bevinden zich behalve de memoires van Tommie’s opa – een man die nog over de bol is geaaid door Multatuli en ter kooi is gegaan met Mata Hari – ook enkele veelzeggende geschriften van Tommie zelf.

Als de perfecte verteller die hij is, vlecht Springer drie verhaallijnen door elkaar: de licht snoeverige herinneringen van Tommie’s opa (een gefrustreerde idealist die in het begin van de twintigste eeuw naar Indië ging), het verhaal van Tommie en Bo en hun vriendschap door de jaren heen, en het relaas van Bo als zaakgelastigde in het Bangladesh van net na de onafhankelijkheid.

Schermafbeelding 2015-03-26 om 08.47.09

 

Vooral het laatste geeft Springer de gelegenheid om te laten zien dat hij meer is dan een meester van het melancholieke gemiste-kansenverhaal. De pretenties van de (Nederlandse) ontwikkelingswerkers worden door Bo droogkomisch gerelativeerd (‘Zo, dacht ik, nu even die Gangesdelta droogleggen’), terwijl de chaotische inontvangstname van een baggermachine voor literaire slapstick à la Elsschot zorgt: ‘Dat moest hem zijn. Vergissen was niet mogelijk: op het achterdek stond een gevaarte, in mijn verbeelding zo groot als twee huizen onder één kap, met op de zijkanten in vlammende letters geschilderd: Chargé d’affaires of the Netherlands, room 702, Hotel Intercontinental, Dacca.’.

Voor meer edities van de Dagkalender van de Wereldliteratuur, zie The Global Reader.

Pieter Steinz zit op Twitter.