Nadat een tweede verdachte in de Valkenburgse lover boy-zaak zelfmoord had gepleegd, liet het Openbaar Ministerie deze week weten dat de verdachten – ongeveer vijftig mannen die in een hotelkamer betaalde seks zouden hebben gehad met een zestienjarig meisje – na hun verhoor psychische hulp konden krijgen. Dat was ineens een heel andere toon. Toen het nieuws naar buiten kwam, had een woordvoerder verkondigd: „Menig huwelijkspartner zal verrast worden door de politie aan de deur.”
Die woorden waren, verklaarde het OM, door de media opgeblazen. De mannen zouden telefonisch worden „uitgenodigd voor een gesprek”. Bij niemand was de politie aan de deur geweest.
Waarom dan eerst zo’n grote mond? De woorden van de woordvoerder waren niet opgeblazen, maar gretig opgepikt. Ze vertolkten de gut reaction die de meeste mensen gehad zullen hebben. Het meisje slachtoffer? Dan jullie ook, schoften. Ik dacht zelf niet anders.
Maar is het OM er om mijn gevoelens te vertolken? Men wilde gezag uitstralen door mee te gaan in een stemming. Toen het vervolgens uit de hand liep – twee doden in een maand – werd haastig een andere toon aangeslagen. Bovendien bleek de ferme taal gebakken lucht.
Een herkenbaar patroon: je zet een grote bek op om te laten zien dat je dicht bij het volk staat, belooft shotgun justice, en daarna ben je alleen nog maar bezig te verhullen dat de werkelijkheid ingewikkelder is. De schade voor het OM is groot. Dat de aandacht nu uitgaat naar psychische hulp voor de vermoedelijke daders, kan niet de bedoeling zijn geweest.
Dit patroon werkt als een boemerang. Hij kwam ook hard terug in het gezicht van Rutte en Dijsselbloem toen het duo eind vorig jaar verraste verontwaardiging veinsde over de naheffing uit Brussel – dat ging zomaar niet – tot bleek dat het voor helemaal niemand een verrassing was en er ook gewoon betaald ging worden. De regering eiste op hoge toon openheid van zaken, maar inmiddels blijkt dat men uit alle macht Brussel probeerde te bewegen geen openheid van zaken te geven. Dan zou de schrijnende kloof tussen schijn en werkelijkheid aan het licht komen.
Een patroon. Eerder was er de geveinsde verbazing van Dijsselbloem over de flinke loonsverhoging bij de staatsbank ABN Amro. Hij baalde ervan, zei hij, terwijl die van tevoren was afgestemd met zijn ministerie, ter compensatie van de door hemzelf stoer aangekondigde aanpak van de bonuscultuur. Deze week werd overigens bekend dat ook bij ING de salarissen van de top fiks omhooggaan.
Ook na de aanslag op de MH17 werd spierballentaal gebruikt („de onderste steen”) Inmiddels is van officiële zijde zo veel bureaucratische mist verspreid, dat je met zekerheid kunt voorspellen dat je over een aantal jaren oud-bewindslieden en ambtenaren voor een speciale commissie zult zien getuigen. Maar dan kan het toch niemand meer wat schelen.
Ferme uitspraken, gespeelde flinkheid, de belofte van 100 procent genoegdoening en zodra de winst van het volksgevoel binnen is, snel een rookgordijn optrekken over de lastige, weerbarstige feiten. Het resultaat is een sfeer van permanente onoprechtheid, verhulling als politiek stijlmiddel.
Het lijkt me ook de steen waarover Fred Teeven eerder deze maand struikelde. Waarom was zijn Teeven-deal zo brisant? Ging het echt om de hoogte van het bedrag? Was het echt die „politieke doodzonde”, het verkeerd voorlichten van de Kamer door Opstelten, omdat het onvindbare bonnetje plotseling toch gevonden werd? Was hij echt het slachtoffer van de duistere „krachten” contra de VVD, door minister Schippers schaamteloos behendig in het leven geroepen?
Welnee. Wat verdoezeld werd, is dat Teeven zijn grote woorden steeds niet waarmaakt. Een geaccordeerde deal met een crimineel, waarbij die bijna vijf miljoen gulden opstreek, zonder dat belasting werd betaald, past niet bij het imago van ‘crimefighter’. Die deal met Cees H. was de weerbarstige realiteit. Anders kreeg de staat niks.
Na het debacle van de zaak-Dolmatov werd de politieke schuld weggeparkeerd in een speciale commissie. Ook nu weer. Politieke grootspraak eindigt in Nederland altijd in een nieuwe commissie.
Toen Teeven in zijn afscheidsverklaring verkondigde dat hij zijn deal gesloten had „voor volk en vaderland”, legde dat pijnlijk precies de kwestie bloot. Inzetten met overspannen retoriek en daarna lastige feiten onder het tapijt.