Maandagavond rond zeven uur verschenen, kort achter elkaar, Ivo Opstelten en Fred Teeven in het Torentje.
Het gesprek van Opstelten met de premier, in aanwezigheid van VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra, duurde een paar minuten: de minister van Veiligheid en Justitie zou aftreden.
Het gesprek met Teeven vergde meer tijd, en toevallig was dit niet: de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, tevens belast met asielzaken en vreemdelingenbeleid, kreeg van de premier te horen dat hij niet weg hoefde.
Dus toen Teeven ’s avonds laat toch ontslag nam, was dit niet alleen een onbedoelde uitkomst – maar ook het bewijs dat zich hier een politiek drama had afgespeeld.
In de loop van de dag was gebleken dat de VVD, getormenteerd door affaires in campagnetijd, niet van plan was nog veel geduld voor Opstelten op te brengen. Zondagavond was op zijn ministerie alsnog een bewijsstuk opgedoken waaruit bleek dat Teeven in 2000, als officier van justitie, inderdaad een deal met crimineel Cees H. sloot die leidde tot een betaling van 4,7 miljoen gulden aan H. Exact het bedrag dat Nieuwsuur vorige week meldde.
Campagnepaniek, vonden ze op het ministerie van Justitie
En nadat het departement de antwoorden op openstaande Kamervragen had geconcipieerd, kwam voor de VVD-top vast te staan dat Opstelten onmogelijk kon aanblijven. Hij had de Tweede Kamer vorig jaar nog gemeld dat een dergelijk bewijsstuk niet op zijn ministerie te vinden was.
Op Veiligheid en Justitie werd berustend vastgesteld dat de partijtop last had van „campagnepaniek”. En aan het einde van de maandagmiddag nam de VVD-top, op de kamer van Zijlstra, het ongemakkelijke besluit over het lot van Opstelten; premier Rutte was daarbij aanwezig. Coalitiepartij PvdA speelde geen rol, net zo min als de oppositiefracties.
Het was een publiek geheim dat in de VVD-top vorig najaar al gesproken was over een vertrek van Opstelten. De VVD-routinier voerde destijds een uiterst zwak debat over antiterreurmaatregelen. Op verzoek van de partijleiding ging Rutte in gesprek met de minister.
De premier gaf hem een vroegtijdig vertrek in overweging. Opstelten nam de vrijheid dit advies te negeren.
En bij speculaties over een mogelijk afscheid van Opstelten speelde telkens weer, ook vorig najaar, dat Teeven zichzelf zag als diens natuurlijke opvolger.
Maar Teeven stond hierin tamelijk alleen. VVD-ministers van Justitie (Korthals Altes, Korthals, Opstelten) worden al decennialang gerekruteerd uit de kringen van het Leidse studentencorps Minerva. Teeven, begonnen als rechercheur bij de douane, combineerde een avondstudie rechten met een fascinatie voor Hollandse criminele netwerken. Een andere wereld.
Zijn verleden als crimefighter bij het OM en oud-lijsttrekker van Leefbaar Nederland maakte ook dat de VVD-top beducht voor hem bleef: terwijl de staatssecretaris nog altijd hoopte op een ministerschap na een eventueel vertrek van Opstelten, stond voor de VVD-leiding allang vast dat Teeven die promotie nooit zou maken.
Drama in het Torentje, toen Teeven ook ontslag ging nemen
Dit was precies het drama dat zich maandagavond in volle omvang in het Torentje afspeelde. Nadat Opstelten vrijwel moeiteloos had ingestemd met zijn ontslag, vroeg Rutte aan Teeven zijn portefeuille ter beschikking te stellen.
Een subtiel verschil met Opstelten: die laatste variant hield de mogelijkheid open dat Teeven na de benoeming van een nieuwe minister alsnog in functie kon blijven.
Teeven kon daar nog wel mee leven. Maar toen bleek dat de premier óók in een volgende kabinetsperiode geen minister in hem zag, besloot hij ontslag te nemen.
Dit laatste maakt de problemen voor de VVD zeker niet kleiner. Een nieuwe minister van Veiligheid en Justitie zoeken is voor de liberalen zo’n punt niet. Met de ledenlijst van Minerva komen ze al een heel eind.
Niet toevallig staat een veel genoemde naam voor de opvolging van Opstelten, VVD-Tweede Kamerlid Ard van der Steur, daar ook op.
Een opvolger van Teeven vinden is andere koek. De asielportefeuille vergt een VVD-politicus die de populistische rechterflank kan afdekken én de verhoudingen met de PvdA werkbaar weet te houden. Dat is geen sinecure.
Voor de VVD ontwikkelt deze campagne zich zo tot een horrorscenario. Wat fout kan gaat, gaat ook fout. Zo langzamerhand is Rutte de enige liberaal die probleemloos overeind blijft.
Voor de coalitie heeft deze ellende mogelijk ook een gunstig effect. Nu de PvdA niet langer de enige coalitiepartij is die klap na klap incasseert, dreigen VVD en PvdA beide onderuit te gaan.
Zodat er voor beide straks ook maar één ding opzit: doorgaan, ondanks alle tegenslag. Doorgaan, ook na zwakke Statenverkiezingen, en hopen dat het economisch herstel zich doorzet.
Politieke solidariteit is bij tegenspoed altijd groter dan bij voorspoed.