Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Boeken

Boekenweektip: Niña Weijers over ‘Verbroken beloftes’ van Jenny Offill

Speciaal voor de Boekenweek geven schrijvers deze week een ‘waanzinnige’ boekentip: vandaag Niña Weijers, auteur van de lovend ontvangen debuutroman De consequenties, over Verbroken beloftes van Jenny Offill.

Niña Weijers
Niña Weijers Foto NRC

Speciaal voor de Boekenweek geven schrijvers deze week een ‘waanzinnige’ boekentip: vandaag Niña Weijers, auteur van de lovend ontvangen debuutroman De consequenties, over Verbroken beloftes van Jenny Offill.

Vers verschenen in de Nederlandse vertaling: Jenny Offills kleine maar grootse roman Verbroken beloftes. Niet vaak las ik een roman die zo invoelbaar maakt hoe dun de grens is tussen gezondheid en depressie, tussen normaliteit en waanzin.

De naamloze vertelster is een ambitieuze jonge schrijfster die op haar negenentwintigste debuteert en zich heilig voorneemt nooit verliefd te worden, nooit te trouwen, maar haar hele leven te wijden aan kunst. WERK GEEN LIEFDE! staat op de post-it die ze boven haar bureau heeft gehangen. Maar ja, dan wordt ze natuurlijk alsnog verliefd, erger nog: ze trouwt en krijgt een kind. En langzaam raakt ze verstrikt in een leven dat ze als jonge vrouw zo resoluut van de hand had gewezen.

‘Voor haar zou ik het opgeven,’ denkt ze, ‘alles, de uren in mijn eentje, het geweldige boek, de postzegel met mijn beeltenis erop, maar alleen als ze ermee instemde om stilletjes naast me te blijven liggen tot ze achttien is.’

IMG_0108

De dagen met haar baby, die alleen ophoudt met huilen wanneer haar moeder in hoog tempo met haar over straat loopt, zijn monotoon en versnipperd in talloze onbeduidende, maar vermoeiende taken. Die versnipperde geest wordt weerspiegeld in de structuur van het boek, dat een aaneenrijging van losse fragmenten is. De toon schippert tussen zelfrelativering en pure wanhoop, tussen hoop en cynisme:

‘Mensen blijven maar tegen me zeggen dat ik yogales moet nemen. Ik heb het een keer geprobeerd, verderop in de straat. Ik vond alleen het laatste gedeelte leuk, toen de docent een dekentje over je heen legde en je tien minuten mocht doen of je dood was.’

Steeds verder glijdt ze af in een diepe donkerte, ondertussen een verwrongen genoegen scheppend in de schijn van normaliteit: ‘Op de speelplaats zet ze een redelijke moeder neer die kijkt hoe haar kind redelijk speelt’.

Het is zo hartverscheurend prachtig, dit kleine boek, zo grappig, zo grandioos goed geschreven. Lees het, onderstreep de mooie zinnen totdat alles onderstreept is en knoop, samen met de vertelster, goed in je oren dat ‘de waarheid over ouder worden inhoudt dat er steeds minder overblijft om belachelijk te maken tot er uiteindelijk niets meer is waarvan je zeker weet dat je het nooit zult zijn.’

Gisteren schreef Pieter Steinz, auteur van het Boekenweekgeschenkessay Waanzin in de wereldliteratuur, voor deze rubriek over romans ‘waar een steekje los aan is’.

Morgen komt de tip van schrijfster Myrthe van der Meer, die doorbrak met PAAZ, een boek over de tijd die ze doorbracht in een psychiatrische afdeling. Recent is het vervolg op dat boek verschenen: Up.