‘Jolien Broers is vandaag jarig’. Dat berichtje kregen de Facebook-vrienden van Jolien die op 16 september 2014 inlogden – ze heeft er in totaal 278. Jolien zou 35 worden. Maar Jolien was het jaar ervoor overleden aan borstkanker. Haar moeder, zelf geen Facebook-gebruiker, hoorde van Joliens vrienden over het automatisch verspreide bericht. Het deed mensen pijn. Haar online profiel leeft nog, maar zij niet.
Hoe wordt bepaald of doden online blijven voortbestaan? Een vraag waar Facebook ook mee worstelt. Vorige maand veranderde het sociale medium de instellingen, waardoor mensen voor het eerst bij leven kunnen aangeven wat er na hun dood met de profielpagina moet gebeuren. Een digitaal testament.
Volgens de nieuwe regels kun je iemand aanwijzen die na je dood een in memoriam-versie van je pagina beheert. Of je kunt aangeven dat je pagina na je dood moet verdwijnen. De opties zijn beschikbaar in Amerika. ‘Binnenkort’ ook in de rest van de wereld, meldt Facebook.
In Nederland zijn de regels voor nalatenschap nog vaag. Nabestaanden kunnen via een digitaal formulier een verzoek indienen. Er zijn twee opties. De pagina kan offline worden gehaald of worden veranderd in een ‘herdenkingspagina’ – een soort digitaal altaar waar mensen berichten kunnen achterlaten. Het profiel ‘bevriest’. Niemand kan erop inloggen. Als de overledene voor zijn dood een ongemakkelijk lollige profielfoto had ingesteld, kan die niet zomaar worden aangepast. Boven de pagina komt een bericht waaruit blijkt dat het om een ‘overleden’ profiel gaat. ‘Ter nagedachtenis aan’, bijvoorbeeld.
Maar er is veel pijnlijk onduidelijk over wie het gezag heeft om te bepalen of iemands Facebook-aanwezigheid voor altijd verdwijnt – of juist blijft bestaan. Familie mag een verzoek indienen. Maar als er geen familie is – of als die niets laat horen – worden verzoeken van vrienden ook verwerkt.
De beslissing over het voortbestaan van een digitaal profiel gaat dus over meer dan bits en bytes. Het gaat ook over de vraag: wie mag bepalen hoe iemand herinnerd wordt?
Iedereen vindt iets anders
Henny Broers (68), de moeder van Jolien, wilde het Facebook-profiel en het zakelijke LinkedIn-profiel van haar dochter weg hebben. Haar overwegingen waren praktisch: Jolien gebruikt het niet meer. Het moest afgelopen zijn met verjaardagsberichten en andere tekenen van digitaal leven.
Jolien had haar inloggegevens niet achtergelaten. De laatste weken voor Joliens overlijden is er heel veel gepraat. Ook over praktische dingen. Het huis, haar afscheid zoals zij dat voor ogen had – net als haar moeder was ze heel georganiseerd. Maar er is niet over digitale nalatenschap gesproken. Terwijl Henny Broers probeerde om contact te zoeken met Facebook – dat was niet gemakkelijk – stuurde ze een stuk of twintig vrienden van Jolien een mail om te overleggen.
Henny Broers vond dat zij als moeder degene is die iets mag beslissen over haar dochters digitale nalatenschap, maar na het gesprek voor dit artikel ging ze twijfelen. Ongeveer de helft van Joliens vrienden antwoordde het liefst een herdenkingspagina te willen. „De rest voelt het weer anders.” Sommigen laten het graag aan Joliens moeder over, anderen zouden het erg vinden als de pagina verdwijnt, omdat ze er troost uit halen. Henny Broers twijfelt nog, maar neigt nu naar een herdenkingspagina. „Want weghalen is wel erg definitief.”
Alle doden laten een profiel achter
Voor Nathalie Helsen (37) is troost de belangrijkste reden om de pagina van Nico te bezoeken. Haar vriend overleed op 5 januari 2014. Er zaten vier weken tussen de diagnose darmkanker en zijn overlijden in het ziekenhuis. Vlak na zijn dood ging Nathalie buiten op het bankje zitten waar hij vaak zat. Ze belde hem op, om zijn stem op zijn voicemail te horen. In plaats van zijn persoonlijke bericht hoorde ze een computerstem die aangaf dat de telefoon was afgesloten. Alsof hij nog een keer verdwenen was. Om zijn aanwezigheid te ervaren, bezoekt ze ook zijn Facebook-profiel drie of vier keer per week. Ze schrijft er soms berichten aan hem, ook al weet ze heus wel dat hij die niet leest.
Helsen vraagt zich soms af of ze de pagina moet laten verwijderen. „Maar dan is er niets om naar terug te gaan. Een vorm van verbinding die opnieuw gecoupeerd wordt.” Ze weet dat het niet waar is, maar toch voelt het zo: „Als het verwijderd wordt, ontken je zijn bestaan.”
SecureSafe, een Zwitsers bedrijf dat adviseert over online nalatenschap, berekende dat er in 2012 bijna 2,9 miljoen Facebookers overleden. Sindsdien is het aantal accounts gegroeid, Facebook heeft nu 1,3 miljard gebruikers. Ook als maar een deel van alle nabestaanden buiten Amerika een aanvraag bij Facebook indient, is het verwerken een grote klus.
Facebook geeft geen openheid over de manier waarop het bedrijf de aanvragen afhandelt, of over hoeveel het er zijn. Sinds Facebook in 2007 de optie gaf om een ‘herdenkingsplek’ van een pagina te maken, zijn daarvoor „honderdduizenden verzoeken” geweest, zei een woordvoerder van Facebook deze maand tegen verschillende Amerikaanse media.
Uit berichten die worden geplaatst in de online Facebook-vraagbaak Help Center blijkt wat er misgaat. „Mijn zoon is onlangs onder tragische omstandigheden overleden”, schrijft de Engelse Jill. „Nu is zijn Facebook-account zonder dat ik het wist en zonder mijn toestemming verwijderd. Er stonden veel foto’s en berichten op zijn pagina die we wilden bewaren.”
Jill schrijft dat ze meerdere keren contact heeft opgenomen met Facebook, maar steeds een automatisch gegenereerde e-mail of helemaal geen antwoord krijgt. Een Facebook-medewerker verwijst haar in een antwoord naar een online vragenformulier, zoals dat bij veel (soms wanhopige) vragenstellers gebeurt.
Volgens de regels van Facebook mag een dode geen persoonlijke pagina hebben. Is de pagina van Jills zoon verwijderd nadat iemand zijn overlijden meldde? Het zou ook kunnen dat Facebook van iemand anders uit de kring van de overledene een aanvraag heeft gehad. De aanvrager wordt verzocht om een overlijdensakte, maar als die er niet is, mag bijvoorbeeld een scan van een overlijdensbericht ook.
Zo deed Nathalie Helsen het, die tevreden is over de service van Facebook. De eerste maanden na het overlijden van haar vriend Nico liet ze zijn profiel ‘levend’. Maar drie dagen voor zijn verjaardag, raakte ze in paniek. De 68 mensen waar hij online mee bevriend was – hij was geen fanatieke Facebooker – zouden allemaal een vrolijke verjaardagsmelding krijgen. „Ik zou me een rotvriendin voelen als dat was gebeurd. Ik zou kapotgaan van de pijn.” Ze vulde het formulier in en net op tijd voor Nico’s verjaardag was de pagina omgezet. Nergens wordt aangegeven hoeveel dagen Facebook doet over het verwerken van een verzoek – hoelang het duurt voordat een ‘levend’ profiel na een melding verandert, verschilt.
Nathalie Helsen vond het moeilijk om het profiel van haar vriend om te zetten, want het betekent ook dat ze nooit meer toegang kan krijgen tot de privéberichten die hij via zijn persoonlijke account heeft verstuurd. „Ook al had ik zijn wachtwoorden niet, ik hoopte er toch nog eens in te kunnen snuisteren.”
Voor mensen die Facebook niet of weinig gebruiken, is het soms moeilijk om het aanvraagformulier te vinden en op een andere manier contact te krijgen met Facebook. Peter Verbeek (45) wist voordat hij voor dit artikel werd benaderd niet dat het aanvraagformulier bestaat. Met berichten in het Help Center probeerde hij het profiel van zijn zus, die op 4 juni 2014 overleed, van Facebook te krijgen.
Foto’s van veel gebruikers kunnen ingezet worden voor reclame-uitingen – voor Verbeek een belangrijk bezwaar tegen het voortbestaan van de pagina. „Het zal je gebeuren dat je op internet foto’s tegenkomt van je overleden familielid bij een datingsite.” Verbeek noemt het uitblijven van een antwoord een „tekortkoming” van de ‘leiding’ van Facebook. „Uiteindelijk krijgt het merendeel van de mensen hier mee te maken.”
Maar wordt het nu beter?
Facebook vindt het moeilijk om te beslissen wat ze met ‘dode’ profielen aanmoeten. Maar het bedrijf is er wel mee bezig. „Door te praten met mensen die ervaring hebben met verlies, realiseerden we ons dat we meer kunnen doen voor rouwenden. En om mensen die iets te zeggen willen hebben over hun eigen profiel na hun dood te ondersteunen”, schreef het bedrijf in een persbericht over de recente wijziging.
Lost het nieuwe beleid de problemen die er nu nog zijn op? Maar ten dele. Want een Facebook-gebruiker is niet verplicht om het testament in te vullen. En er is ook kritiek. Je kunt maar één persoon aanwijzen die je profiel mag beheren na de dood. Wat als dat je partner is, en je samen verongelukt? Wat als degene die je aanwijst om je pagina na je dood te beheren, dat helemaal niet wil? En het kan nog steeds gebeuren dat je profiel na je dood doorleeft, als niemand Facebook over je overlijden informeert. Anderen zeggen dat de nieuwe instellingen van Facebook alweer een poging zijn om de gebruikers informatie te ontfutselen.
Voor Nathalie Helsen is het bestaan van de Facebookpagina een „aanhangsel” aan de nalatenschap van haar vriend waar ze continu over twijfelt. „Helpt het me bij het rouwen als ik zijn pagina blijf bezoeken, of wordt het er moeilijker door?” Ook met de nieuwe regels blijft dat dilemma bestaan.