Jarenlang telde veiligheid niet mee, als er besluiten werden genomen over de gaswinning in Groningen, aldus de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een vandaag verschenen rapport. Om dat te veranderen, moet Economische Zaken niet meer het enige betrokken ministerie zijn, vindt de raad.
De belangrijkste conclusie van de onderzoeksraad was vorige maand al uitgelekt: vijftig jaar lang heeft de overheid zich niets aangetrokken van de veiligheid van de Groningers – de schatkist ging altijd voor.
Tot nu toe was het ministerie van Economische Zaken, waarvan Henk Kamp (VVD) nu minister is, de enige overheidspartij die betrokken was bij de besluitvorming over gaswinning, naast private partijen als de NAM, Shell, ExxonMobil en GasTerra. Het ministerie was daarbij verantwoordelijk voor het behartigen van àlle publieke belangen “waar veiligheid er een van is”. De onderzoeksraad:
“Het ministerie van EZ was echter dermate onderdeel van het gesloten bolwerk waar het belang van winning prevaleerde, dat het veiligheidsbelang in de praktijk een ondergeschikte rol speelde.”
Ook de toezichthouder, het Staatstoezicht op de Mijnen, voegde zich lange tijd naar wat de gaswinningspartijen wilden. Door het gesloten karakter van het “gasbolwerk” was er geen ruimte voor kritische geluiden en tegendruk, ook niet vanuit andere ministeries of de buitenwereld, aldus de onderzoeksraad.
In een toelichting tegen NRC zegt Tjibbe Joustra, de voorzitter van de onderzoeksraad dat Kamp “een te groot aantal petten” op heeft.
“Iedereen binnen het gasgebouw zegt veel kennis te hebben, maatschappelijk verantwoord te ondernemen, maar dat is niet gebeurd. EZ had de partijen ter verantwoording moeten roepen. Dat is niet gebeurd.”
Eerlijk zijn
Naast dat de veiligheid veel meer moet worden meegewogen, vindt de raad ook dat de communicatie over de risico’s veel beter moet. Aan boren onder de grond zijn immers onzekerheden verbonden. In de afgelopen jaren werden de risico’s juist steeds gebagatelliseerd door de geruststellende boodschap te verkondigen dat de de kracht van de aardbevingen en de schade wel mee zouden vallen.
De raad doet nu de volgende aanbeveling aan het ministerie en aan de ondernemingen die boren:
“Wees in de communicatie aan en in de dialoog met burgers transparant over onzekerheid, expliciteer en motiveer de plaats die onzekerheid krijgt in de besluitvorming over de exploratie en exploitatie van delfstoffen. Deze communicatie mag niet verengd worden tot voorlichting.”
Om te beginnen moet “het gasbolwerk” de geschonden relatie met de Groningse bevolking proberen te herstellen, vinden de onderzoekers.
“Voorwaarde is volgens de Raad dat de betrokken partijen erkennen dat zij tot 2013 niet zorgvuldig genoeg zijn omgegaan met de veiligheid van de burgers in Groningen.”
Om de onzekerheid weg te nemen moeten de bij de gaswinning betrokken bedrijven verder veel meer verplicht worden om onderzoek te doen naar de gevolgen, vindt de raad. Om het toezicht te verbeteren, moet tot slot het Staatstoezicht op de Mijnen veel meer onafhankelijk gaan opereren van het ministerie én de gassector.
Lagere productie
Het kabinet besloot begin deze maand, na het uitlekken van de conclusie van de onderzoeksraad, om de winning van gas voorlopig te beperken. Na het uitkomen aankomende zomer van een ander onderzoek, dat van het Staatstoezicht op de Mijnen, wil het kabinet dan definitief besluiten wat er met de gaskraan gebeurt.
Het onderzoek werd geleid door Erwin Muller, hoogleraar Veiligheid en Recht aan de Universiteit Leiden. Het onderzoek werd een jaar geleden opgestart en bestrijkt de periode van 1959 (de ontdekking van het gasveld) tot januari 2014 (toen Kamp een pakket aan maatregelen presenteerde). De onderzoeksraad hield de gaswinning echter al langer in de gaten, na de waarschuwing van het Staatstoezicht op de Mijnen in 2013 dat meer gaswinning tot meer en zwaardere aardbevingen zou gaan leiden.
De publieksversie van het rapport:
Lees bij NRC Q: Vijf vragen over Gronings gas die je nooit hebt durven stellen. Lees in NRC Handelsblad vanmiddag meer over het rapport van de onderzoeksraad. En lees op nrc.nl de reacties op het rapport.