De gitaar van Samba Touré klinkt soms hard, soms licht psychedelisch, maar meestal bedachtzaam – zoals we kennen van de bluesstijl uit Noord-Mali. Op Gandadiko lijkt Touré bovendien bijzonder somber gestemd. Daar is ook alle reden voor. Nu de VN-missie in Mali moeite heeft de situatie te controleren, heeft Touré moeite zijn goede voornemens waar te maken. Plan was dat dit een vrolijker album zou worden dan zijn vorige, Albala, opgenomen ten tijden van de jihadistische terreur in het land. Maar openingssong Gandadiko (droog land) verhaalt van koeien die zo uitgemergeld zijn dat ze niets meer waard zijn. Een vertaling van de songtekst: „Onze tranen zijn niet genoeg om dit land vruchtbaar te maken.” Die donkere kant ligt Samba Touré overigens wél goed. Hij heeft een prachtige melancholieke klank, gedrenkt in eeuwenoude tradities die hij mengt met westerse invloeden. Zo begint het Su Wililé met een poppy Bo Diddley-ritme, gespeeld op kalebas.
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
/s3/static.nrc.nl/images/stripped/0902prem%2520cd%2520cover%2520samba.jpg)
Een versie van
dit artikel
verscheen ook in
NRC Handelsblad
van 16 februari 2015