Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Defensie

In Leeuwarden een oogje op Irak houden

De bemanning staat al klaar – hoewel het toestel onbemand is. De luchtmacht bereidt zich voor op de Reaper.

Defensie staat op het punt vier man naar de Amerikaanse luchtmachtbasis Holloman in de woestijn van New Mexico te sturen. Daar moeten ze een opleiding volgen tot vlieger en sensor operator op de General Atomics MQ-9 Reaper, een onbemand verkenningsvliegtuig.

Hoewel de koop van vier Reapers voor de Nederlandse luchtmacht (geschatte waarde: 250 miljoen euro) pas na de zomer rond zal zijn, ziet luitenant-kolonel Richard Lengkeek de aspirant-bestuurders liefst direct vertrekken. Het is namelijk dringen bij de training. „Willen wij voldoende getraind personeel hebben tegen de tijd dat de eerste Reaper naar Nederland komt, begin 2017, dan moeten we nu mensen de opleiding insturen.”

Defensie kondigde eind 2013 aan de Reapers te willen aanschaffen, plus grondstations. De eenheid, 306 squadron gedoopt, zal zo’n honderd man personeel tellen en wordt gelegerd op de vliegbasis Leeuwarden. Alle vier MQ-9’s moeten in 2017 inzetbaar zijn.

Anders dan Britse en Amerikaanse MQ-9’s zullen de Nederlandse Reapers onbewapend zijn, net als de Italiaanse en Franse varianten. Minister van Defensie Hennis-Plasschaert (VVD) heeft de mogelijkheid opengelaten de onbemande verkenners later alsnog te bewapenen.

Volgens Lengkeek vormt dat technisch geen probleem. Ophangpunten voor raketten en andere geleide wapens zitten er standaard op, en een deel van de sensoren om doelen op te sporen kan er met een laser ook projectielen naartoe dirigeren. „We streven bij de uitrusting sowieso zoveel mogelijk overeenkomsten na met de Amerikaanse variant, uit kostenoverwegingen.”

Die hard-points kunnen ook dienen om extra sensoren en elektronica aan op te hangen, zoals storingsapparatuur of fakkels om luchtdoelraketten te misleiden. De versie die als eerste op Leeuwarden landt, is uit te rusten met een radar die het toestel ook in staat stelt kustwachttaken uit te voeren. Later zou ook apparatuur kunnen worden gekocht die in staat is de ether af te speuren naar vijandelijke radarsignalen of mobiele telefonie.

Heikel punt bij de introductie van zulke grote systemen is hoe deze in te passen in het civiele vliegverkeer. De Reaper heeft een spanwijdte van zo’n twintig meter en vliegt op de kruishoogte van verkeersvliegtuigen, rond de 7,5 kilometer. Lengkeek ziet weinig hobbels. „Bij Leeuwarden begint militair luchtruim dat is gescheiden van het civiele luchtverkeer, dus dat conflicteert niet.” Los daarvan: „De Reapers zijn vooral bedoeld voor internationale inzet, ver weg, zoals de Nederlandse missies in Mali en Irak.”

Daarbij zou de Reaper op een vooruitgeschoven basis de lucht in worden gestuurd, door een zogenoemd Launch and Recovery Element van het 306 squadron. Het Mission Control Element op Leeuwarden neemt daarna via satelliet de besturing over. Een opstijgende Reaper direct vanuit Leeuwarden besturen is niet mogelijk. Daarvoor zit er te veel vertraging in de satellietverbinding.

Verkenningstoestellen als de Reaper, bewapend of niet, vullen een andere militaire niche dan bijvoorbeeld bemande gevechtsvliegtuigen. Zo kunnen onbemande vliegtuigen veel langer in de lucht blijven om één doelgebied continu in de gaten te houden. Zulke toestellen hielden bijvoorbeeld in 2006 de vermoedelijke schuilplaats van de Iraakse terrorist Abu Mussab al-Zarqawi 600 uur achtereen in de gaten voordat zeker was dat ze hem met een bombardement konden uitschakelen. Als een onbemand toestel wordt neergeschoten, hoeft bovendien geen dure en riskante reddingsoperatie voor de piloot op touw te worden gezet.

Al tien jaar geleden onderzocht Defensie de mogelijkheid om samen met de Fransen een Reaper-achtige te ontwikkelen, gebaseerd op een Israëlisch model. Door hoog oplopende kosten eindigde de samenwerking. De Fransen gingen op eigen houtje door met de ontwikkeling van deze Harfang. Intussen hebben ze eveneens Reapers besteld, omdat die al beschikbaar waren – en nodig.