Zijn secundaire arbeidsvoorwaarden heel belangrijk voor je? Niet echt, zeggen de respondenten in de nieuwe editie van het Beloningsonderzoek van NRC en Vlerick Business School. Vijf belangrijke conclusies uit het onderzoek.
1. Secundaire arbeidsvoorwaarden zijn niet belangrijk voor motivatie
Of mensen net dat stapje harder willen lopen, wordt voor slechts 5 procent bepaald door de hoogte van het salaris. De secundaire arbeidsvoorwaarden bungelen met 3 procent onderaan de lijst met zaken die van invloed zijn op arbeidsmotivatie. Dat is best paradoxaal als je weet dat bedrijven gemiddeld 20 procent van de loonkosten besteden aan secundaire arbeidsvoorwaarden als verzekeringen, mobiliteit, (aanvullende) pensioenregelingen, een dertiende maand, verlofregelingen en vakantiegeld.
Als je kijkt naar die secundaire arbeidsvoorwaarden, wat vinden werknemers dan belangrijk, en wat kunnen ze best missen?
Top-5 onbelangrijke arbeidsvoorwaarden
2. Arbeidsvoorwaarden zijn niet flexibel genoeg
Werknemers zijn niet ontevreden over het arbeidsvoorwaardenpakket van hun werkgever, die geven ze een 3,9 op een schaal van vijf. Het is vooral de flexibiliteit die te wensen overlaat.
Zo beoordelen werknemers het secundairevoorwaardenpakket
Twee op de drie medewerkers wil zelf bepalen wanneer en waar hij werkt. Bijna 80 procent wil de regie hebben over zijn persoonlijke ontwikkeling, en tweederde van de medewerkers wil zelf zijn HR-zaken regelen, zoals of je je vakantiegeld uitbetaald krijgt of omzet in extra vakantiedagen. Het liefst op een moment dat het hem uitkomt (61 procent); thuis op de bank of onderweg in de trein.
Het probleem van een generiek arbeidsvoorwaardenpakket is de waardering, zegt Jeroen Krosse van Tasper, een bureau dat bedrijven helpt arbeidsvoorwaarden te flexibiliseren:
“Hoe kun je nu waardering opbrengen voor een ouderschapsregeling als je geen kinderen hebt? Of waarom zou je blij zijn met ouderdomsdagen als je twintig bent?”
IT-dienstverlener Sogeti verkleinde vorig jaar juni het standaardpakket secundaire voordelen tot het minimale (lees: wettelijk verplichte). Het basispakket bestaat sindsdien uit niet veel meer dan een basispensioenregeling, 26 vakantiedagen en een simkaart voor de telefoon. Alle 2.700 medewerkers ontvangen een beloningsbudget om zelf mobiliteit, vakantie en salaris te regelen. Ook is er een persoonlijk budget van 35 euro per maand; dit wordt gebruikt als bijdrage voor een telefoon, een opleiding of seminar dat niet door de baas wordt vergoed, of als zakcentje in de dure maanden.
3. Pensioen belangrijker dan leaseauto
Als het budget voor secundaire arbeidsvoorwaarden stijgt, wil 62 procent van de medewerkers investeren in het pensioen, meer dan de helft wil meer vakantiedagen.
Respondenten beoordeelden het belang van een auto met een 2,3 op een schaal van 5. Net zo (on-) belangrijk als de overlijdensrisicoverzekering. Hierin bestaat wel een sekseverschil: mannen waarderen een leaseauto meer dan vrouwen, die kiezen eerder voor een bedrijfsfiets of een ov-abonnement.
Top-5 belangrijke arbeidsvoorwaarden
4. Een bonus, liefst in cash
Werknemers die de keuze krijgen hun bonus op verschillende manieren te laten uitbetalen kiezen als eerste voor cash (93 procent), daarna respectievelijk voor vakantiedagen (53 procent), pensioen (48 procent) en opleiding (43 procent).
Zo zien werknemers hun bonus het liefst
5. Werknemers kennen hun rechten niet
Een ander pijnpunt dat naar voren komt in het Beloningsonderzoek is de communicatie over arbeidsvoorwaarden. Aanvankelijk zeggen de respondenten goed op de hoogte te zijn van de samenstelling van hun pakket. Als later echter gerichte vragen worden gesteld, blijkt er grote onwetendheid te zijn.
Bij gerichte vragen, blijken werknemers niet te weten van…
Als medewerkers zich nauwelijks bewust zijn van het voordeel van secundaire voorwaarden, is het logisch dat het effect op de arbeidsmotivatie minimaal is, zegt onderzoeksleider Xavier Baeten. Maar belangrijker nog: HR-afdelingen communiceren te technisch:
“Een pensioenregeling van twintig kantjes met kleine letters raakt je niet; een filmpje over nabestaanden die zich goed redden vanwege de aanvulling op de nabestaandenwet wel.”