Het is de zesde keer dat Brady meedoet in de finale van het American Football-seizoen. Geen enkele andere quarterback is dit tot nu toe ooit gelukt. Brady wist de titel al drie keer te winnen, telkens voor de New England Patriots, de ploeg waar hij al zijn hele loopbaan voor speelt.
De vraag die fans de laatste tijd steeds meer bezighoudt, is hoe lang Brady dat hoge niveau weet vast te houden. Want aan elke goede atleet, hoe sterk ook, zit een houdbaarheidsdatum. En vanuit het schemergebied tussen het hoogtepunt en ‘de weg omlaag’ is het heel moeilijk terugkeren.

Tom Brady is net gewisseld tijdens een van de eerste wedstrijden van het seizoen. Foto EPA / Larry W. Smith
Tien jaar ouder dan de gemiddelde quarterback
Statistisch gezien had Brady al in de herfst van zijn loopbaan moeten zitten. Een quarterback – de spelverdeler in het aanvallende team – is doorgaans uitgerangeerd zodra hij de kaap van halverwege de 30 passeert. De gemiddelde leeftijd van de spelers op die positie was vorig seizoen 28 jaar, bijna tien jaar jonger dan Brady.
Dat de Californiër het al vijftien seizoenen in de NFL, de American Football-competitie, weet uit te houden, heeft hij naar eigen zeggen te danken aan zijn levensstijl. Brady is namelijk niet het stereotype Footballer. Goede bekenden van hem omschrijven de quarterback als iemand die de bestaande mores “op een geniale manier omverwerpt”.
Een aantal acties van Brady in beeld:
Een mentaal adviseur en een honkbaltrainer
Die eigenschap had Brady al toen hij nog studeerde op de universiteit van Michigan, zo schrijft The New York Times in het tijdschrift van deze week. Hij zocht daar de hulp van iemand die hem - onder meer op mentaal vlak - van advies voorzag, een hoogst ongebruikelijke stap in de machocultuur op de universiteit.
Ook op het gebied van training pakt Brady de zaken anders aan dan zijn gemiddelde concurrent. Zo riep hij een paar jaar geleden de hulp in van Tom House, een voormalig werper op het hoogste honkbalniveau, bekend om zijn onorthodoxe trainingsmethodes. Die moest zijn werptechniek verbeteren, vond Brady.
Elasticiteit en sponsachtigheid, tegen de blessures
De boomlange spelverdeler is ervan overtuigd dat zijn manier van trainen de enige reden is dat hij nog steeds meedoet op het hoogste niveau. Anders dan veel collega’s legt Brady zich namelijk niet louter toe op fitness, maar werkt hij ook aan de flexibiliteit van zijn lijf.

Foto EPA / CJ Gunther
Hij traint daarom ook met rubberen banden en doet rekoefeningen. Die moeten zijn gestel een “elasticiteit en sponsachtigheid” geven, waardoor hij minder vatbaar wordt voor blessures. Dat lijkt te werken: tijdens zijn lange loopbaan in het harde, zware American Football raakte Brady slechts een keer zwaar geblesseerd.
Fitter dan 12 jaar geleden
Brady gelooft er daarom ook niet in dat zijn leeftijd hem in de weg staat. Ouder worden staat namelijk niet gelijk aan slechter worden, zo liet hij vorig jaar ietwat kribbig aan CBS weten:
“Het is heel moeilijk om dat aan mensen uit te leggen. Maar de toewijding die ik heb – hoe ik op mijn lichaam en mijn voeding let – zouden me juist gezonder moeten maken. Ik voel me tegenwoordig beter dan toen ik 25 was. En ik snap best dat mensen dat moeilijk kunnen geloven, maar het is echt waar.”

Foto EPA / John G. Mabanglo
Niets op een zilveren schaaltje
En wanneer het eens minder gaat, of er aan hem wordt getwijfeld, dan houdt Brady vast aan de les die zijn adviseur hem op de universiteit al leerde: als de weg niet moeilijk is, dan is het gevoel achteraf ook niet bijzonder. Of zoals hij het zelf onlangs zei, terugkijkend op het afgelopen Football-seizoen:
“Zoals met alles wat ik doorgemaakt heb, zegt niemand tegen je: alsjeblieft Tom, op een zilveren schaaltje. En je krijgt ook nog een bokaal. Nee, je moet je eerst door van alles heen worstelen.”
Tom Brady speelt zondagnacht Nederlandse tijd met zijn ploeg in de Super Bowl tegen de Seattle Seahawks. Hij kan dan voor de 4de keer de NFL-titel winnen. Slechts twee quarterbacks gingen hem voor.
Lees het hele verhaal over Brady - “Tom Brady Cannot Stop” - bij The New York Times. (35 min)