Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in 2012 bewust nagelaten de verdachte van de moord op Els Borst op te sluiten, ook al beval het gerechtshof zijn “gevangenneming”. Dit bevestigt een woordvoerder van het OM, parket Rotterdam, na vragen van NRC. Bart van U. (38) werd in dat arrest veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf voor verboden wapenbezit. Het hof noemde hem tijdens de zitting “een ernstige bedreiging voor de veiligheid in de samenleving.”
Toch besloot de advocaat-generaal dat Van U. de cassatie in vrijheid mocht afwachten, omdat volgens hem de eisen en de vonnissen bij de rechtbank en het hof zeer verschillend waren. De cassatie zou volgende maand dienen. Van U. is nu hoofdverdachte van de moorden op zowel minister van Staat Els Borst als die op zijn zus Loïs. Beide vrouwen werden gedood in de periode tussen de uitspraak van het hof en de hernieuwde behandeling van de zaak.
Het Openbaar Ministerie gelastte gisteren al een “grondig en breed” onderzoek naar de vraag waarom in de zaak uit 2012 geen DNA-materiaal is afgenomen bij Van U. Een uitnodiging om DNA af te staan is destijds om onduidelijke redenen niet aan hem verzonden. Een fout, erkende het OM gisteren al. Ook wil justitie onderzoeken waarom Van U. – die kampt met een “psychische stoornis” – nog niet behandeld werd.
Van U. vast voor moord op zus
Van U. zit sinds 12 januari vast op verdenking van de moord of doodslag op zijn zus Loïs, werkzaam als directeur maatschappij bij de gemeente Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. Zij werd ruim twee weken geleden dood gevonden in haar appartement. Van U. meldde zich vrijwillig bij de Amsterdamse politie en moest toen verplicht zijn DNA afgeven. Deze maand werd in de zaak-Borst alsnog een volledige match met dat DNA gevonden.
Voor de zaak uit 2012, over verboden wapenbezit, werd Van U. eerst door de rechtbank in Rotterdam veroordeeld tot tien maanden celstraf, waarvan vier voorwaardelijk, met de mogelijkheid tot behandeling. Van U. ging tegen die straf in beroep, omdat hij zich niet wilde laten behandelen. Het OM eiste daarop bij het hof opnieuw een celstraf van tien maanden.
Het hof besloot echter drie jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, vooral omdat er aanwijzingen waren voor ernstige persoonlijke problemen, maar Van U. een persoonlijkheidsonderzoek en behandeling weigerde. Een woordvoerder van het OM:
“Toen heeft de advocaat-generaal de afweging gemaakt, gezien het enorme verschil tussen de straftoemeting bij rechtbank en hof – gekoppeld aan de ingestelde cassatie – om het bevel tot gevangenneming niet te executeren.”