We zitten als Nederlandse burgers het liefst voor een dubbeltje op de eerste rang in het buitenland. Dus vinden kiezers en veel politici dat onze vertegenwoordiging in andere landen lean & mean (ze bedoelen goedkoop) moet zijn.
Toch willen Nederlandse burgers bijstand van onze overheid in het buitenland als onze geliefden vermist zijn. De beste adviezen van goed ingevoerde diplomaten over zaken doen in opkomende markten. Met alle egards behandeld worden als we met ons bedrijf of ministerie China, Brazilië of India bezoeken.
Daar moet een steeds kleiner wordende diplomatieke dienst voor zorgen. En denkt u dat het klassieke beeld van sherry drinkende, aan het zwembad liggende types nog altijd klopt, dan moet u eens gaan praten met diplomaten in hoofdsteden waar luchtvervuiling alle normen te boven gaat (Beijing), in slaapkamers die veiligheidskooien zijn (Nairobi), of op posten waar families niet mogen wonen omdat het te gevaarlijk is (Kabul). Allemaal in landsbelang.
Maar na drastische bezuinigingen van meer dan 20 procent zullen de verwachtingen van burgers en zakenlieden vaker niet worden vervuld. De helft van de ambassades bestaat nu uit een of twee uitgezonden medewerkers en die hebben alleen nog maar tijd voor het draaiende houden van de post.
Tegelijkertijd willen we wel het idee hebben dat we inspelen op de veranderende wereld. Zo openen we een kleine post in Panama voor economische diplomatie, maar moet de ambassadeur al zijn werk laten vallen om twee vermiste meisjes terug te vinden. Sturen we een laptopdiplomaat naar Istanbul om vervolgens stoer te verkondigen dat we de Syrische oppositie steunen. Hebben we een twitterende ambassadeur in Riaad, maar is het de vraag hoelang hij mag blijven van het Nederlandse bedrijfsleven, als hij in zijn tweets zegt waar het op staat in Saoedi-Arabië. Dat land heeft een bastaardkind gebaard waar wij nu allemaal last van hebben: de zogenaamde Islamitische Staat in Irak en Syrië.
We zijn de verkeerde weg ingeslagen. D66 wil daarom dat de gereedschapskist van onze diplomaten groter en gevulder wordt. De partij heeft de bezuinigingen al gedeeltelijk ongedaan gemaakt. En het brede buitenlandbeleid krijgt de komende jaren hoogstwaarschijnlijk meer geld.
Belangrijker is echter hoe PvdA-minister Koenders van Buitenlandse Zaken in afwachting van betere budgettaire tijden slimmer met de huidige middelen omgaat. Ja, personeel wordt flexibeler ingezet, maar er werken nog altijd meer mensen op ministeries en internationale afdelingen in Den Haag dan op de diplomatieke posten in het buitenland. Dat is toch vreemd voor een dienst die zich er op laat voorstaan onze ogen, oren en mond in het buitenland te zijn. Er werken in 2015 zo’n 1.700 medewerkers op de ‘Apenrots’ in Den Haag en 870 medewerkers op de posten.
Stuur daarom meer mensen van Haagse ministeries naar buiten om posten te versterken. Dat vergroot de slagkracht. Zorg voor flexibele budgetten om slimme lokale krachten in te huren. Toch raar om miljoenen uit te geven aan ontwikkelingssamenwerking, maar niet wat klein geld om dat goed te doen.
Er is ook directe winst te behalen door slimmer te werken in de consulaire dienstverlening. Op dit moment gaat dat nog op een hopeloos ouderwetse en tijdrovende manier waarbij mensen dure reizen moeten maken naar ambassades in hoofdsteden. Laten we groot deel van de dienstverlening digitaliseren. Maak die snelle stap naar het digitaal aanvragen van paspoort, Dig-id en rijbewijs in het buitenland. Gebruik sociale media bij het bevrijden van gearresteerde Nederlandse journalisten.
Ambassadeurs moeten ook meer dan ooit de verbinding leggen met Nederland. Het buitenland houdt niet op bij onze landsgrenzen. Soms baart dat enorme zorgen; Gaza speelt immers ook in de Schilderswijk. Vaak biedt het kansen voor ondernemerschap. Kortom, stimuleer ambassadeurs vaker te luisteren naar de zienswijze van Nederlanders. Hoe kijken zij naar de landen waar de ambassadeurs zitten? En beperk dat luisterende oor niet tot de top 200 van invloedrijke mensen rondom het Haagse Plein en de FD-lezende zakenwereld. Nee, laat hen ook luisteren naar stemmen uit de wijken, naar mensen die zich zorgen maken over onze veiligheid, dichtbij en ver weg. Die zich zorgen maken over mensenrechtenschendingen door bondgenoten.
Dat geeft de ambassadeurs weer voeding voor gesprekken met hun gesprekspartners in hun standplaats.
In die wereld zullen wij zo goed mogelijk aangesloten moeten zijn bij de internationale gemeenschap. En daarvoor hebben we de beste diplomatieke dienst nodig. Wat ambassades doen in het buitenland moet zichtbaarder worden. Dus kom ons ook na de woelige week op BZ vaker vertellen wat er speelt in uw regio. Via Skype, Twitter. Of gewoon in eigen persoon, in een buurthuis of collegezaal.