In 2006 was 18 procent van de jongvolwassenen (16-25 jaar) nog negatief over homo- en biseksualiteit. Nu is dat gedaald tot 6 procent. Ook scholieren zijn een stuk positiever geworden. Een enorme vooruitgang, zo constateerde Lisette Kuyper, onderzoeker van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Ze schreef op verzoek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) een rapport over de acceptatie van homo-, biseksuele en transgenderjongeren. De homojongeren zien deze acceptatie echter nog niet terug in de reacties van mensen buiten hun vrienden- of familiekring. Vier op de tien homojongeren hebben te maken met negatieve reacties op hun seksuele oriëntatie en pestgedrag. Dit zorgt er mede voor dat deze jongeren meer emotionele- en gedragsproblemen hebben in vergelijking met heteroleeftijdgenoten.”
Sinds 2006 is er op het gebied van acceptatie veel vooruitgang geboekt, hoe komt dat?
„Onder leiding van minister Plasterk (toentertijd OCW, PvdA) werd emancipatie in 2007 weer belangrijk. Er werd geïnvesteerd in de voorlichting op scholen. Dat is één van de redenen dat het nu beter gaat.”
Eén van de redenen?
„Homo's zijn ook vaker in de media, in positieve zin. Het eerste homohuwelijk in GTST is voltrokken. Het programma van Arie Boomsma wordt goed bekeken en ontvangen. Boer zoekt vrouw heeft een leuke homoboer gehad. Ministers varen mee op boten van de Gay Pride. Ook blijft het aantal religieuzen afnemen in Nederland. Dat is de enige groep die negatief denkt over homo's.”
Is iedereen, behalve gelovigen, echt zo positief over homo's?
„Nee. De homojongeren geven zelf aan dat ze het afgelopen half jaar negatieve reacties hebben gehad. Ook worden ze gemiddeld vaker gepest. Het percentage scholieren dat wekelijks wordt gepest, ligt vier keer zo hoog als onder heteroseksuele leerlingen. Deze reacties kwamen vaak van onbekenden, buiten hun vertrouwde vrienden- en familiekring. Daar gaat het namelijk wel erg goed, die reageren positief.”
Jongeren zeggen niet negatief te denken over homo's, maar homojongeren zeggen zelf dat ze dat niet terugzien.
„Het is makkelijk om te zeggen dat je homo’s accepteert, maar in de praktijk handelen is een andere zaak. Homojongeren trekken zich veel aan van hun omgeving. Op die leeftijd zijn seks en relaties heel belangrijk en je wilt geaccepteerd worden. Ze zijn bang dat dat niet gebeurt omdat ze anders zijn. Daardoor ontstaat angst.”
En veel problemen.
„Het percentage spijbelaars ligt ruim twee keer zo hoog. Het percentage rokers is zes keer hoger bij homoscholieren, in vergelijking met hetero's in die leeftijd. Het percentage jongvolwassenen homo's dat een suïcidepoging heeft gedaan, ligt bijna vijf keer hoger.”
Waar ligt de oplossing voor de groep?
„We missen reflectie. We doen veel onderzoek naar deze groep en ontwikkelen behandel- en preventieprogramma's. Als we beter weten welke echt werken, kunnen we deze groep gerichter helpen.”