Zittend president Mahinda Rajapaksa van Sri Lanka is verrassend verslagen bij de presidentsverkiezingen. Dat maakte hij vannacht bekend. De uitslag was weken geleden ondenkbaar, schrijft persdienst AP.
Maithripala Sirisena wordt de nieuwe president. De 63-jarige kandidaat van de oppositie wordt vandaag nog geïnaugureerd.
De uitslag is een grote verrassing voor het land met 21 miljoen inwoners. Rajapaka schreef in november vervroegde verkiezingen uit in een poging zijn greep op de macht te consolideren. Zijn tegenstanders wisten echter in de aanloop naar de stembusgang veel steun te winnen door te wijzen op zijn pogingen meer greep te krijgen op de rechterlijke macht, het leger en het ambtenarenapparaat.
Ook profiteerde Sirisena van de impopulariteit van de president onder etnische en religieuze minderheden op het eiland. Rajapaksa wordt ervan beschuldigd ultranationalistische boeddhisten te steunen en anti-moslimgeweld in juni te hebben genegeerd. Veel Tamils hebben gestemd, wat uitzonderlijk is; bij voorgaande verkiezingen brachten niet veel mensen in arme delen van het land hun stem uit. Ook veel moslims, de tweede etnische minderheid, hebben op Sirisena gestemd.
Rajapaksa populair door verslaan Tamils
Nadat de Tamil Tijgers in 2009 werden verslagen, heeft Rajapaksa zijn macht enorm uitgebreid. Hij heeft zijn parlementaire meerderheid gebruikt om een wet die voorschrijft dat een president na twee termijnen moet opstappen, te schrappen. Ook heeft hij zichzelf de macht toegewezen om topambtenaren aan te wijzen, onder wie veel familieleden.
Vooralsnog lijkt het er niet op dat verkiezingsgeweld heeft plaatsgevonden. Mogelijk heeft dat te maken met het bezoek van paus Franciscus dinsdag aan het eiland.