Begin november stuurde Trouw een van zijn meest gevierde journalisten weg. Perdiep Ramesar zou bronnen hebben verzonnen voor zijn (soms veelbesproken) reportages. Vandaag werd het onderzoek daarnaar openbaar gemaakt: 126 artikelen worden ingetrokken omdat de bronnen niet te traceren zijn. Wat voor iemand is Perdiep Ramesar?
Vriendelijk, ambitieus en met kennis van zaken. Die drie eigenschappen worden de 36-jarige Ramesar, van Surinaams-Hindoestaanse afkomst, toegekend door veel (ex-)collega’s of anderen die hem kennen.
Ramesar liep in 2002, aan het eind van zijn studie journalistiek, aan de Hogeschool Windesheim in Zwolle, drie maanden stage op de politieke redactie van NRC Handelsblad. In die tijd was hij al bezig met het bijhouden van een aantal Hindoestaanse blogs, herinneren collega’s zich. Toen hij daarna bij de Haagsche Courant belandde, viel hij op met stukken over de Hindoestaanse gemeenschap in Den Haag - een groep van 50.000 mensen die bij andere journalisten niet op het vizier stond, maar die hij met zijn contacten wél de krant in kreeg.
Ook na zijn overstap naar Trouw, in het voorjaar van 2007, bleef hij over de Hindoegemeenschap schrijven. Maar gaandeweg verdiepte hij zich - vaak samen met collega Martijn Roessingh, inmiddels adjunct-hoofdredacteur bij de krant - ook in een ander onderwerp: mensenhandel, en dan vooral gedwongen prostitutie. In 2011 brachten ze samen een boek uit, gebaseerd op hun vele artikelen erover in Trouw: Slaven in de polder. Het duo werd ermee genomineerd voor de Loep, een prestigieuze prijs voor onderzoeksjournalistiek.
Vanaf eind 2011 was de Haagse Schilderswijk regelmatig het decor van Ramesars stukken. Hij ging vanaf dat moment vaker over jeugdcriminaliteit schrijven, en dook ook in de wereld van radicalisering en jihadisme. In mei 2013 verscheen zijn meest besproken artikel, over de ‘shariadriehoek’, een gedeelte van de Schilderswijk waar orthodoxe moslims anderen hun wetten zouden opleggen: geen korte rokjes, geen alcoholverkoop, niet roken op straat.
De reportage deed veel stof opwaaien: binnen een week was zowel vice-premier Asscher als PVV-leider Wilders er geweest om zelf poolshoogte te nemen. De gemeenteraad én de Tweede Kamer wijdden er speciale debatten aan.
Zijn status groeide. Ramesar mocht aanschuiven bij EenVandaag en Knevel en van den Brink en werd dit jaar gevraagd als Nieuwspoortrapporteur, een functie waarbij een journalist een maand lang wordt vrijgemaakt om namens Nieuwspoort een onderwerp uit te diepen. Eind oktober 2014 won hij de Divali Award, die jaarlijks wordt uitgereikt aan een persoon of instelling die een bijdrage levert aan de emancipatie van Zuid-Aziaten in Nederland.
Ondanks de lof voor zijn werk werd er ook getwijfeld. Al jarenlang, binnen én buiten de krant. Wanneer hij op reportage ging en ‘de man in de straat’ sprak, kwam hij soms terug met verhalen die te mooi leken om waar te zijn. Vaak voerde hij zijn bronnen anoniem op, wat ook argwaan wekte bij collega’s. Desondanks ontbrak jarenlang een kritische blik van zijn leidinggevenden.
Begin november was die kritische blik er wel, nadat twijfels op de redactie uiteindelijk hadden geleid tot een lijst met bronnen die niet te traceren waren. Op donderdagavond, 6 november, werd die lijst overhandigd aan Ramesars chef, Antal Crielaard. De volgende ochtend werden ook andere stukken tegen het licht gehouden en die middag volgde een gesprek met hem. De maandag erop stond Ramesar op straat. En vandaag kwam dus de afrekening: 126 van zijn artikelen zijn ingetrokken - inclusief het stuk over de ‘shariadriehoek’.
Ramesar werkte zelf niet mee aan het onderzoek naar zijn artikelen. Ook tegenover NRC wilde hij de afgelopen weken niet reageren.
Maandag in nrc.next en NRC Handelsblad meer over het onderzoek naar Ramesar: hoe kon het zo misgaan? Hoe controleer je eigenlijk of een bron wel of niet bestaat? En wat is er nu over van dat beeld van een ‘shariadriehoek’?