De piano, met zijn uitgelezen mogelijkheden voor dynamiek en klankkleur, is bij uitstek een solo-instrument. Dat hoef je klavierleeuw Lang Lang niet te vertellen. Toch heeft juist deze popster onder de concertpianisten een project bedacht waarin 100 kinderen tegelijkertijd achter de toetsen kruipen, en dat op het podium van de Grote Zaal van het Concertgebouw. „Wij pianisten zijn allemaal individualisten, vrije geesten”, zegt Lang Lang (1982). Maar van samenspel valt veel te leren.
101 pianists is een project van de International Music Foundation die Lang Lang in 2008 oprichtte, met het oogmerk de liefde van kinderen voor muziek te stimuleren. Zo’n honderd pianisten tussen de 6 en 16 jaar uit het hele land hebben afgelopen maanden met hun leraar stukken van Schubert, Mozart en Brahms ingestudeerd, waarna enkele groepsrepetities volgden. Gistermiddag culmineerde het project in een openbare masterclass met Lang Lang zelf achter de Steinway.
Lang Lang vindt het heerlijk om terug te zijn in het Concertgebouw – al was het maar vanwege die g-klank, die hij uitstekend beheerst. Vanavond speelt hij er ook nog een recital met de stukken van zijn pas verschenen cd The Mozart Album. Tussen de generale repetitie en het 101 pianists-concert toont Lang Lang zich enthousiast over de jonge deelnemers. „Meestal speelt ieder voor zich, maar ze waren heel geconcentreerd. Die Nederlandse kinderen kunnen er wat van!”
Bovendien stond hij ervan te kijken dat enkele deelnemers Schuberts Eerste militaire mars opluisterden met bodypercussie. Dat gebeurde niet tijdens de eerdere edities van 101 pianists, in China, de Verenigde Staten, Toronto, Londen, Rome en Berlijn. Hij noemt het de „Holland special”.
Samenspelen geeft je een goede standaard, zegt Lang Lang, het behoedt je voor gekkigheden. „In je eentje kun je je gang gaan; het idee van het piano-orkest is goed naar elkaar luisteren en als team opereren. Quatre-mains spelen betekent één worden.” Die ervaring is overigens niet alleen voor beginnende musici waardevol: „Soms luister ik eigen opnames terug en verbaas me over gemaakte keuzes. Had ik maar een metronoom gebruikt! Tijdens het spelen denk je vooral aan details, niet aan het grote plaatje.”
In twee lange rijen stromen de kinderen de trappen naar het podium af. Leidde de intocht van het legertje jurken, jasjes en dasjes bij de generale nog tot een kakofonie van gepingel – je wil je piano wel even uitproberen – bij het concert nemen de kinderen in professionele stilte plaats achter de vijfenveertig opgestelde, digitale piano’s.
Sommigen valt de eer ten beurt even vooraan te mogen komen zitten, aan de Steinway, een enkeling, zoals Sara, naast Lang Lang. „Hoe is dat nou?”, wil presentator Tim Douwsma weten. „Eh, ja,” zegt Sara. „Eng.”
Lang Lang geeft dynamische aanwijzingen, praat over frasering, legt uit dat de muziek zich áchter de noten bevindt. En vooral: „Please don’t rush!” Want sommige pianisten lijken de eindstreep eerder te willen halen dan dirigent Marcel Geraeds.
Lang Lang is zelf ongeveer op een pianokruk geboren. Muziek was in zijn jeugd overal, vertelt hij. Hij deelde een slaapzaal met de leden van het orkest van zijn vader, tijdens het koken stond de kok uit volle borst te zingen. Lang Langs falset jodelt om te illustreren hoe dat klonk. Op zijn derde begon hij met pianospelen en op zijn vijfde gaf hij zijn eerste recital. Maar als een van de jonge pianisten hem naar zijn talent vraagt, benadrukt Lang Lang dat het begint en eindigt met hard werken.
Daarom is dit project ook zo belangrijk, zegt hij. „Als pianist zit je altijd in je eentje te oefenen, soms zes uur per dag. Dat is eenzaam en saai. Samenspelen geeft je frisse ideeën en je ontmoet andere muziekliefhebbers. Ook ik heb dat echt nodig.”
Een registratie van het optreden van Lang Lang met de kinderen is te bekijken op http://www.concertgebouw.nl/live?event=49346