Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Taal

God kan best tegen wat vloeken, waarom wij dan niet?

„Moge Allah je straffen”, riep een Kamerlid kort voordat hij samen met een collega de PvdA- fractie verliet. Deze uitspraak heeft veel losgemaakt. Het is geen parlementaire taal, maar we kunnen aannemen dat de naam van God in de binnenkamers van het Binnenhof wel vaker op oneerbiedige wijze gebezigd wordt. Het is opvallend in onze postreligieuze cultuur deze woorden zo hard aangekomen zijn. Het lijkt alsof men bang is dat er echt een Opperwezen is dat deze vervloeking letterlijk neemt. Waarom eigenlijk? Of je gelooft er in – dan is het tijd om je te bekeren – of je laat het van je afglijden. Een tussenweg lijkt er niet te zijn.

Toen men in 1886 een verbod op godslastering door het parlement wist te loodsen, was er kritisch commentaar vanuit de Remonstrantse Broederschap. Zij vonden godslastering niet iets voor het strafrecht. Je kon je, zo stelden ze, afvragen of God wel beledigd kon worden. Zo kleinzielig kon God toch niet zijn. Verder zeiden zij plagerig, dat godslastering wel door God zelf bestraft kon worden. Daar had God geen mensen voor nodig.

De vervloeking kiest de andere weg. In machteloosheid, zoals in elke vloek, wordt het Opperwezen erbij geroepen. Wie geen kwaad geweten heeft en niet in deze God gelooft, zou zich geen zorgen moeten maken. Natuurlijk zijn er altijd mensen die bij een dergelijke oproep de handschoen opnemen. Hierbij hoef je echter geen theologische discussie te voeren, het strafrecht is toereikend. Laten we God er buiten houden. En als we er niet in geloven, laten we ons geen zorgen maken. Onze God is namelijk niet zo kleinzielig als sommigen wellicht denken.

en Joost Röselaers,

predikanten

Ruimtevaartuigje Philae

Landing is geen succes

De Amerikanen en de Russen doen het goed in de ruimte, West-Europa heeft hier nog niet veel laten zien. Daar moest verandering in komen met een komeetlanding. Waarom een komeet? Alle andere belandbare ruimtelichamen waren al bezet. Een komeet is eigenlijk een brok puin en dat zal de ESA na onderzoek bevestigen. In veel heroïscher bewoordingen natuurlijk. Want de vele miljoenen die het kostte moeten enigszins verantwoord worden. De berichtgeving over de komeetlanding door de sonde Philea is te roze gekleurd. Laten wij voorbij de hype gaan en de problemen eens onder de loep nemen. Allereest: de landing is mislukt. Philae kwam in eerste instantie op de juiste plek terecht, maar stuiterde vervolgens honderden meters van haar beoogde bestemming. Ten tweede is het verankeren mislukt. De harpoenen zijn niet uitgeslagen. Ten derde is de Philae kwijt. De ruimtesonde cirkelt rond de komeet maar kan de lander niet spotten. Ten vierde zijn de batterijen leeg, tot deze met zonlicht kunnen worden opgeladen. Voorlopig zijn alle instrumenten uitgeschakeld. Daarnaast ligt Philae vermoedelijk ook nog op z’n kant. Uit data blijkt dat het apparaat niet op drie pootjes staat.

Ik denk niet dat Amerika en Rusland erg onder de indruk zijn van het Europese ruimteprogramma. Ik ben in ieder geval benieuwd naar waar de Chinezen over een paar jaar mee komen.

Remmelt Versluis