Dit is het kerstdiner dat René Redzepi samenstelde. Het is heel traditioneel Deens. Elk jaar met Kerst nodigt Redzepi bij hem thuis werknemers uit die anders alleen zouden zijn en serveert dan dit diner. Iederéén in Denemarken eet dit met Kerstmis. Op de kerstlunchkaart van het klassieke Kopenhaagse restaurant Gammel Mønt vind je precies dit kerstdiner terug. Deense kookboeken schrijven voor om dit met Kerstmis te eten. Zoek op het internet naar ‘Deens’ en ‘kerstdiner’ en je vindt met appelen en pruimen gevulde eend en rijstpudding met kersen. En rode kool. En gekarameliseerde aardappelen.
Het is geen ingewikkeld recept, al is het wel even doorwerken op het moment dat de eend uit de oven komt: het braadvocht van de eend moet afgegoten worden en voor zover mogelijk van vet ontdaan, de saus moet afgemaakt worden, de rode kool opgewarmd in eendenvet en de aardappelen gebakken in de karamel.
Vervolgens moet de eend (of de eenden) in serveerbare onderdelen gesneden worden. Dat wil zeggen: de borsten van het karkas af (wie doet wat Redzepi zegt, krijgt voorbeeldig rosé borstvlees en gare poten) en in plakjes gesneden, de bouten moeten in een boven- en een onderdeel gescheiden worden. Het geheel moet op een (warme) schaal komen te liggen en de vulling wordt daarbij geschept. (De eend op de foto is om esthetische redenen in zijn geheel gebraden.) Van één eend eten ongeveer vier mensen, die hebben dan ieder een halve eendenborst en een halve poot, plus wat vulling. De saus gaat in een kom, de rode kool in een schaal, net als de aardappelen.
Dus vanaf het moment dat de eend de oven verlaat, tot het eten op tafel staat, is men nog zo’n twintig minuten intensief (met schort!) in de keuken bezig. Het is praktisch om alle schalen, messen en snijplanken klaar te zetten.
De rode kool is bijzonder lekker, en nog lekkerder als die een dag van tevoren wordt gemaakt. Hetzelfde geldt voor de rijstpudding. Ook de kersensaus kan makkelijk van tevoren gemaakt worden en hoeft dan alleen even te worden opgewarmd.