Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Economie

Grote namen cultuursector in het rood na eerste jaar bezuinigingen

Juni 2011: duizenden belangstellenden en mensen uit de kunsten- en cultuursector demonstreren op het Haagse Malieveld tegen de voorgenomen bezuinigingen op Cultuur door het Kabinet.
Juni 2011: duizenden belangstellenden en mensen uit de kunsten- en cultuursector demonstreren op het Haagse Malieveld tegen de voorgenomen bezuinigingen op Cultuur door het Kabinet. ANP / Phil Nijhuis

In het eerste jaar van de bezuinigingen op kunstsubsidies zijn zestien grote instellingen in de rode cijfers geraakt. Uit een inventarisatie van NRC Handelsblad blijkt dat daaronder grote namen zitten als het Concertgebouworkest, het Nederlands Dans Theater en de Nationale Opera. De kortingen in de cultuursector zijn voor veel grote culturele instellingen te hoog. NRC onderzocht de jaarverslagen van 43 musea, orkesten, toneel-, dans- en operagezelschappen het eerste bezuinigingsjaar.

Deze instellingen lijken de teruggang in structurele subsidies met 32 miljoen euro voor een aanzienlijk deel goed te maken met een stijging van bezoekersinkomsten (met 22 miljoen euro) en sponsorbijdragen (met 7 miljoen euro). Maar zonder het effect van de heropening van het Rijksmuseum vorig jaar zouden die cijfers er heel anders uitzien. Het Rijks is alleen al goed voor meer dan de helft van die stijging aan bezoekersinkomsten (13 miljoen euro) en bijna de helft van de stijging in sponsorbijdragen (ruim 3 miljoen).

Musea het meest bestendig

De musea hebben het eerste bezuinigingsjaar relatief het best het hoofd geboden. Slechts twee van de twintig hebben een negatief resultaat op de bedrijfsvoering. Voor podiagezelschappen zijn die cijfers ongunstiger. De helft van de acht toneelgezelschappen sloot het jaar in de rode cijfers af, net als vijf van de negen orkesten, twee van de drie dansgezelschappen en alle drie de operagezelschappen.

In paniek zijn de culturele instellingen nog niet. 2013 beschouwen ze als overgangsjaar. De inspanningen om meer geld uit sponsoring en schenkingen te halen zijn geïntensiveerd. Daardoor slaagden 23 instellingen erin iets meer sponsorgeld op te halen dan in 2012, maar vaak minder dan begroot. De instellingen merken op dat de concurrentie hevig is en de terughoudendheid bij bedrijven groot door de moeizame economische omstandigheden.

De stijging van de eigen inkomsten komt vooral van bezoekers. 26 instellingen zagen hun bezoekersinkomsten stijgen. Ook daarover heerst optimisme. Marketingafdelingen zijn uitgebreid en klantinformatiesystemen opgezet om meer publiek te trekken.

Rijks doet helft personeelsbezuinigingen teniet

Reorganisaties zijn in 2013 en soms zelfs al in 2012 doorgevoerd, maar de effecten van lagere personeelslasten zullen pas vanaf dit jaar meer zichtbaar worden. In 2013 daalden de personeelslasten met in totaal 4,6 miljoen euro – de helft van deze instellingen heeft op zijn personeel bezuinigd.

Eigenlijk bezuinigden 42 van de 43 instellingen gezamenlijk 10 miljoen euro op hun personeel, want ook hier beïnvloedt het Rijksmuseum de cijfers door een stijging van de personeelskosten met 5 miljoen euro door het inhuren van meer personeel.

Negatief eigen vermogen drie instellingen

Financiële noodsituaties lijken zich nog niet voor te doen na 2013. Drie instellingen (het Residentie Orkest, Toneelgroep Maastricht en De Utrechtse Spelen) hebben door eenmalige tegenvallers een negatief eigen vermogen. Zij vertrouwen erop hun reserves voldoende te kunnen aanzuiveren nu ze hun organisaties en artistieke ambities hebben aangepast.

Lees in NRC Handelsblad: Rode cijfers in de cultuursector (€).