De Spaanse regeringspartij PP van premier Mariano Rajoy is gisteren opgeschrikt door de onthulling van een omvangrijk corruptieschandaal. De politie pakte 51 politici op, onder wie een half dozijn burgemeesters en een oud-senator. Ze zouden steekpenningen hebben aangenomen van bouwers in ruil voor de toewijzing van openbare werken. In totaal zou het zogenoemde ‘3-procentsnetwerk’ 160 miljoen euro aan illegale commissies hebben opgestreken.
De door de politie Operación Púnica gedoopte actie is het tweede grote schandaal dat deze maand uitbreekt rond de rechtse PP. Bij beide schandalen zijn ook politici van de linkse oppositiepartij PSOE betrokken, maar de PP’ers zijn sterk in de meerderheid.
De schandalen bevestigen het beeld van een corrupte politieke elite die de bouwsector kunstmatig oppompte en de winsten vervolgens zelf afroomde. Voor eigen gewin, maar ook om de campagne- of partijkas te spekken. Zo blijkt het PP-hoofdkantoor met 1,7 miljoen aan zwart geld te zijn verbouwd.
Sinds het instorten van de huizenmarkt, in 2008, belandde het land in een slepende crisis. Veel burgers vinden dat zij daarvoor de rekening gepresenteerd krijgen terwijl de politiek, de banken en bouwondernemers relatief vrijuit gaan.
Zo bleek begin oktober dat tientallen politici die in het bestuur van de spaarbank Caja Madrid zaten, jarenlang beschikten over zwarte creditcards. Hiermee gaven ze maandelijks duizenden euro’s uit aan boodschappen, reisjes en etentjes. Over deze extraatjes betaalden ze geen belasting.
Onder de verdachten is Rodrigo Rato, oud-minister van Financiën en oud-IMF-topman. Hij was topman van Bankia, de bank waarin Caja Madrid in 2011 met nog zes andere spaarbanken fuseerde. Bankia begon in het voorjaar van 2012 zo te wankelen dat Spanje Europese noodleningen voor zijn financiële sector moest aanvragen. Rato bleef de kredietkaart gebruiken tot op de dag dat Bankia omviel.
De schandalengolf verkleint de electorale kansen van de PP sterk, blijkt uit peilingen. In het voorjaar zijn er lokale en regionale verkiezingen, waarbij zelfs rechtse bolwerken als Madrid en Valencia dreigen te vallen. Op landelijk niveau lijkt de PP in het najaar haar huidige meerderheid kwijt te raken.