Gemeenten missen opnieuw deadline voor jeugdpsychiatrie

Verreweg de meeste aanbieders van jeugdpsychiatrie hebben hun contracten met de gemeenten voor komend jaar nog niet rond. De deadline verloopt vrijdag.

Amsterdam is de enige van de 42 regio’s die zijn contracten voor jeugdhulp nu op orde heeft. De uiterste datum waarop de regio’s die hulp georganiseerd moeten hebben, is al twee keer verschoven door de Tweede Kamer. Ook de deadline van 1 november „halen we niet”, bevestigt GGZ Nederland, de koepel van psychiatrische instellingen.

Bij een op de twintig kinderen is ADHD, autisme of een andere stoornis vastgesteld. Vanaf januari zijn deze kinderen aangewezen op hun gemeente, die professionele psychische hulp voor hen moet inkopen.

De achterstand is exemplarisch voor de chaos waar de hervorming van de jeugdhulp op lijkt uit te draaien. Bedoeling is dat die hulp op termijn laagdrempeliger en goedkoper wordt georganiseerd dan nu. Patiënten en hulpverleners zijn bang dat sommige kinderen op 1 januari opeens geen hulp meer krijgen omdat er geen contract is gesloten.

Intermetzo, dat jeugdzorg en jeugdpsychiatrie in dertig regio’s verzorgt, heeft nog maar één contract getekend. Eleos heeft in twaalf regio’s nog niet één contract. Accare, dat in zeven regio’s werkt, tekent donderdag het eerste.

Het land is verdeeld in 42 regio’s, met een wisselend aantal gemeenten. De ene regio omvat 24 kleinere gemeenten, de andere één grote stad.

De overgang van jeugdhulp naar de 403 gemeenten zou al op 1 augustus geregeld moeten zijn. Dat haalden gemeenten niet omdat ze geen ervaring hebben met medische zorg inkopen, hun precieze budget niet kenden, en veel eisen stellen aan de zorginstellingen waarmee ze zaken gaan doen: van gedetailleerde voortgangsrapportages tot milieuverslagen. De deadline werd verschoven naar 1 oktober, maar ook dat bleek niet haalbaar. Staatssecretaris Van Rijn (Zorg, PvdA) koos vervolgens voor 1 november 2014.

In september waarschuwde Leonard Geluk, van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd, al dat de overgang forse vertraging oploopt.