Horizontaal: 1. Prikplaatsen 6. Won acht grandslams, maar nooit Wimbledon 9. Carter of Pointer 10. Zuiderhoek of Commandeur
12. Boekkosten 14. Wezen dat zichzelf vaak noemt 17. Achteruitgang 18. Daarmee was je zittend 22. Idioot wapen 24. Verbond
25. Gedronken in Frankrijk 27. Siersteen
28. Niet in cijfers uit te drukken 30. Once __ a time 31. Past voor ogen of maten 32. Enorme flop 33. Doet in drugs en vervoermiddelen
Verticaal: 1. __ paraplu! 2. Uitleg 3. Past na string of consul 4. Botenrace 5. Klassiek nieuws 6. Kun je ook de zon mee bekijken
7. Ligt naast Station West 8. ‘Gewapende man bij Obama in __’ 11. Daarin mag je zonder rijbewijs rijden 13. God nog __ toe! 15. Armsteun 16. Boodschappenjongen 19. Loopt op rolletjes 20. Dierentransporteur 21. Schaakgrootmeester 23. Verbergt oneffenheden
26. Zit achter een computer 29. Justus van __
Oplossing van gisteren
Horizontaal: 1. BEVOLKEN 6. BASK 9. ON 10. EARN 11. SPOTTEND 15. UWER 17. SERRANO 18. KGBER 20. KROEG 22. INIESTA 26. ROER 27. MARKTHAL 28. DEMO 29. JE 30. LEEN 31. ESPRESSO Verticaal: 1. BASS 2. VOORHOEDE 3. ONTROEREN 4. KRENG 5. NED 6. BRUGGETJE 7. ANWB 8. KERR 12. PE 13. TANG 14. NOKIA 16. EE 18. KNIK 19. ONRŸP 20. KROL 21. RO 23. SHES 24. TA 25. ALTO 27. MOE In het midden: HONGKONG