Een oud-medewerker van de vliegbasis Twente heeft een schadevergoeding van een ton gekregen, omdat hij zonder afdoende bescherming met chroomverf heeft gewerkt. Defensie heeft eind 2001 aansprakelijkheid erkend, schrijft minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) in antwoord op Kamervragen van CDA en D66.
Nadat Defensie aansprakelijkheid had aanvaard, duurde het nog jaren voordat de omvang van de schadevergoeding werd bepaald. Dat kwam volgens Hennis onder meer doordat er verschillende medische rapporten moesten worden gemaakt om vast te stellen wat de precieze gevolgen waren geweest van blootstelling aan de schadelijke stoffen in de chroomverf.
De Defensie-medewerker was tot eind 2007 werkzaam bij Defensie. De partijen kwamen een jaar later tot een overeenkomst.
Vijf keer aansprakelijkheid
In totaal heeft Defensie tussen 1999 en 2011 in vijf gevallen aansprakelijkheid erkend voor gezondheidsschade door chroomverf en andere middelen. Mogelijk hebben er nog meer zaken gespeeld, die niet in de archieven zijn terug te vinden. Zaken die van doen hebben met de chroomverf worden sinds kort apart geregistreerd.
Onlangs bleek dat Defensiepersoneel op grote schaal is blootgesteld aan verf met het kankerverwekkende chroom-6. Hoogleraar toxicologie Martin van den Berg van de Universiteit Utrecht kwam tot de conclusie dat Defensie het personeel van voormalige NAVO-depots willens en wetens had blootgesteld aan chroom-6, dat in camouflageverf voor legervoertuigen zat. Hij kwam tot die conclusie na bestudering van een rapport uit 1999 over de situatie in het depot in Vriezenveen en analyses uit 2002 van het depot in Brunssum.
Sinds maart hebben zich 515 medewerkers en oud-medewerkers gemeld die met chroomverf hebben gewerkt. Ongeveer twintig procent zegt gezondheidsklachten te hebben. Hennis heeft een onderzoek ingesteld.