Nederland geeft geen rechtstreekse hulp aan Liberia bij de bestrijding van ebola. Het is efficiënter de hulp via de Verenigde Naties te laten verlopen, zegt minister voor Ontwikkelingssamenwerking Lilianne Ploumen (PvdA).
De Liberiaanse president Ellen Johnson Sirleaf vroeg gisteren in het tv-programma Brandpunt om hulp uit Nederland. Ploumen liet vandaag via haar woordvoerder in een reactie weten dat zij de grote zorgen van Johnson over de ebola-epidemie deelt, maar van mening is dat hulp in principe via de VN moet gaan. „Die heeft het overzicht en het inzicht in wat het hardst nodig is.”
Sirleaf vroeg onder meer om testmateriaal om vast te stellen of iemand ebola heeft. Nederland zou dit in voorraad hebben, maar volgens Ploumen beschikt de overheid niet over zulke voorraden. „Nederland zou deze moeten inkopen. Het is dan veel efficiënter om dat centraal te laten verlopen door de VN.” Mocht dat niet mogelijk zijn, dan wil Ploumen naar andere mogelijkheden kijken.
Ploumen benadrukt dat Nederland zich zeer betrokken voelt bij de bestrijding van de ebola-epidemie in West-Afrika. Ze heeft er tot nu toe 18,8 miljoen euro voor uitgetrokken. Tegen ebola bestaat geen bewezen medicijn.
Volgens wereldgezondheidsorganisatie WHO zijn door de huidige ebola-uitbraak 2.917 doden gevallen. De situatie in Guinee is gestabiliseerd, maar in Sierra Leone en Liberia is er nog steeds sprake van een opwaartse trend, volgens de WHO. (Novum)