Politici denken in snelle oplossingen. De Amerikaanse president Barack Obama wil met luchtaanvallen de Islamitische Staat (IS) „vernederen en vernietigen”. Een brede internationale coalitie, inclusief Nederland, sloot zich bij de militaire acties aan. Kolonel Joel Rayburn kijkt als militair én Irak-historicus naar IS. Hij is een stuk minder optimistisch. Ja, zegt hij. Amerikaanse, Britse en Nederlandse F-16’s kunnen IS enorme klappen toebrengen, misschien wel bijna vernietigen. „Maar als IS verdwijnt, is het probleem niet opgelost. Een snelle, militaire oplossing is er niet. Daar is het probleem veel te complex voor.”
Kolonel Joel Rayburn kent Irak van binnenuit. Hij spreekt Arabisch en bestudeerde het land al jarenlang. In 2007 werd hij de naaste adviseur van generaal David Petraeus, op dat moment de hoogste militair in Irak. Hij speelde een centrale rol bij de ‘surge’ in hetzelfde jaar, toen tijdelijk 30.000 extra militairen naar Irak werden gestuurd. Hij schreef onlangs het boek Iraq After America, dat eindigt met een sombere zin: „Als Amerika niets verzint om de neerwaartse spiraal [in Irak] te doorbreken, zoals in 2007, dan is de uitkomst waarschijnlijk een door oorlog verscheurde regio en een tot bloedens toe verscheurd Irak, waar Amerika geen vrienden heeft.”
Rayburn werkt nog altijd in het Amerikaanse leger. Hij kan, zegt hij, alleen spreken op persoonlijke titel. Hij staat achter de luchtaanvallen, ondanks de ‘grote risico’s’, zoals verdere escalatie, of het uiteenvallen van Irak. Maar hij waarschuwt voor te veel optimisme in het westen. IS, zegt hij, is eerder een gevólg van de chaos in Irak dan de oorzaak.
President Obama wil IS ‘vernederen en vernietigen’. Is dat haalbaar?
„Militair wel. De internationale coalitie die hij verzameld heeft, kan IS elimineren. De vraag is eerder: wat lost dat op? De burgeroorlog zal blijven doorgaan. Er blijft een voedingsbodem voor extremistische groepen. Die nemen we niet weg met luchtacties.”
Wat begrijpen we verkeerd?
„IS is niet één homogene groep, maar een verzamelterm van een extremistische organisatie, lokale milities en buitenlandse sympathisanten. Ze hebben elkaar gevonden in een gemeenschappelijke agenda. IS is relatief nieuw, maar de opstand in de sunnitische regio’s van Irak is al jaren gaande. De hevige strijd van dit jaar lijkt in veel opzichten op de sunnitische opstand van 2004, toen Fallujah pas na zware gevechten weer werd ingenomen. Het verschil is dat de opstandelingen zich nu IS noemen. Veel lokale strijders noemen zich naar de dominante partij. Als IS verdwijnt, zullen ze die naam weer laten vallen en onder een andere naam doorvechten.”
Wanneer hoorde u voor het eerst van het bestaan van IS?
„De Islamitische Staat in Irak bestond al toen ik naar Irak vertrok. De oorsprong ligt in de organisatie Tawhid wal Jihad, in de jaren negentig, die zich in 2004 bij Al-Qaeda aansloot. Hun aanwezigheid is er de laatste jaren altijd geweest. Alleen zijn ze nu de dominante groep binnen het sunnitische verzet.”
De neerwaartse spiraal is volgens Rayburn onder Saddam Hussein begonnen. In de jaren negentig, nog bijkomend van de verloren Golfoorlog, stimuleerde hij de samenwerking tussen zijn seculiere Ba’ath-partij en sunnitische islamisten, zijn voormalige aartsvijanden. Zo wilde hij zijn machtsbasis in de sunnitische gebieden versterken. Na zijn val in 2003 vormden islamisten en ba’athisten het hart van het verzet tegen de Amerikanen, met name in de provincies die nu in handen van IS zijn.
Deze periode, vlak na de val van Saddam Hussein, vormt volgens Rayburn de kern van de huidige problemen. Alles wat maar mis kon gaan, ging mis. „Sunnieten radicaliseerden, Koerden werden nationalistischer. Onder shi’ieten groeide een superioriteitsdenken. Ze plaatsten zichzelf stevig in het middelpunt van de macht, wisten andere bevolkingsgroepen uit gemengde wijken te verjagen. Zij bepaalden jarenlang de agenda van premier Nouri al-Maliki, die een bewind van pure onderdrukking heeft gevoerd tegen de sunnieten.”
Toen de protestbewegingen in 2011 vanuit andere Arabische landen overwaaiden, begon hij een campagne van geweld en onderdrukking. Hij had het vooral gemunt op de sunnieten. „Na een paar jaar had Maliki alle gematigde krachten vernietigd. Hiermee creëerde hij doelbewust ruimte voor de extremisten die al meevochten in buurland Syrië.”
Maar er was tussen 2003 en 2011 ook een Amerikaanse bezetting. Wat heeft Amerika bijgedragen aan het sektarisme?
„Wij hebben de verdeeldheid vooral in de eerste jaren alleen maar bevorderd. Bijvoorbeeld in de manier waarop we Iraakse leiders naar voren schoven. Wij zochten naar leiders met een sterk profiel, die een bevolkingsgroep vertegenwoordigden. Wat we niet inzagen, was dat slechts voor een minderheid op dat moment belangrijk was of ze sunniet of shi’iet waren. Dat veranderde in 2005, toen we nationale parlementsverkiezingen organiseerden. Het hele land werd als één kiesdistrict beschouwd, waardoor het er opeens toe deed tot welke bevolkingsgroep je hoorde. Het was een recept voor instabiliteit.”
Vindt u dat de Amerikaanse bezetting de groei van IS daarmee heeft bevorderd?
„Ik denk juist dat we toen effectief vochten tegen de voorgangers van IS. Onze fout was juist om eind 2011 overhaast te vertrekken. Al-Qaeda-in-Irak was zo goed als verslagen. Toen we vertrokken, konden ze zich hergroeperen. De klus is niet geklaard.”
Er is een regering in het zadel gebracht, die de problemen heeft verergerd?
„Ja. Die regering is ten eerste niet capabel om IS tegen te houden. Wat me het meest zorgen baart: het politieke klimaat in Irak beloont nu alleen de hardliners. Hoe radicaler ze afstand nemen van andere etnische groepen, hoe meer steun ze krijgen. Verzoenende leiders worden juist afgestraft. Op die manier heeft Maliki zijn sektarisme beoefend. Het vertrek van de Amerikaanse troepen heeft dat proces alleen maar verergerd.”
En nu? Zal Irak uit elkaar vallen?
„Het tragische van Irak is dat er geen duidelijke uitweg is. Het opdelen van het land in drie stukken gaat niet. Met name in de verstedelijkte gebieden zijn miljoenen sunnieten met shi’ieten getrouwd. Die zouden nergens meer thuishoren. Er zijn geen duidelijke scheidslijnen meer. De overgrote meerderheid voelt zich Irakees, en wil in Irak wonen. Opdelen zal niet vreedzaam gaan.”
Wat moet er dan gebeuren?
„Als we een oplossing willen bereiken, moeten we niet alleen IS bestrijden, maar de fundamentele problemen helpen oplossen. Alleen als de relaties tussen de verschillende groepen worden verbeterd, en de relaties met de buurlanden, is er mogelijk kans op een einde aan het geweld. Helaas controleren de extremisten de weg naar die oplossing. Ik ben gematigd optimistisch over de nieuwe premier van Irak, [de shi’iet] Haider al-Abadi. Als hij een hervormingsgezind team om zich heen kan bouwen, kan hij de verdeel-en-heersstrategie van Maliki misschien terugdraaien. Abadi is bezig het leger te hervormen, door generaals te vervangen en zijn gezag over de troepen te verkleinen. Maar de instituties in Irak hebben een lange weg te gaan, na decennia van machtsvertoon door Saddam Hussein en Maliki. Zo’n hervorming gaat niet snel gebeuren.”