Totdat zondagmiddag een monstertruck in Haaksbergen ineens heel dichtbij kwam, met dodelijke slachtoffers als gevolg, ging het mediagesprek vooral over de vraag of we nu wel of niet in staat van oorlog verkeren met het moslimterrorisme. Zelfs die vraag lijkt een kwestie van politieke gezindheid. Natuurlijk is het oorlog, menen De Telegraaf en de rechtse bloggers. Wat een onzin, paniekzaaierij, de kans is groter dat je door de bliksem (of een voertuig van 1500 pk) wordt getroffen is vele malen groter, dat lijkt het verlichte standpunt.
Het werd zondag in Buitenhof ingenomen door de schrijvers Jan Terlouw en Arnon Grunberg. Op weg naar de studio hadden ze geen checkpoints waargenomen, dus was het wel oorlog in Irak en Syrië, maar nog niet in Nederland. Volgens Grunberg is voor de meeste jongeren de nieuwe iPhone 6 vele malen belangrijker dan welke ideologie ook: „Het consumentisme is onze grote hoop in de strijd tegen het extremisme.”
Om de een of andere reden bleef Paul Witteman aandringen. Als het nu dan geen oorlog is in de ogen van de meeste beschouwers, moeten we dan misschien niet de definitie van dat woord gaan herzien? Je kunt dat proberen, maar opvallend groot is juist de laatste weken de zichtbaarheid van onze laatste oorlog, de enige echte: die tegen de Duitsers.
Vorig weekeinde verzorgde de NOS heel goede live-uitzendingen van de herdenking van 70 jaar operatie Market Garden, in Driel, Oosterbeek en Nijmegen. Er was veel emotie: van de nabestaanden van de Amerikaanse militairen die verdronken bij het oversteken van de Waal, van de eindelijk erkende Poolse oorlogshelden, van de laatste overlevenden die, ver over de 90, nog een keer meegingen in de wankele bootjes.
Dit weekeinde zagen we in Kruispunt (RKK) de laatste groepsreizen naar Duitsland van kinderen en kleinkinderen van Limburgse dwangarbeiders; in Nieuwsuur (NOS/NTR) de restauratie van de door Alfred Hitchcock gesuperviseerde journaalbeelden van de bevrijding van Bergen-Belsen; en de achtbaan van gevoelens van sportpresentator Jack van Gelder op zoek naar zijn Joodse voorouders in Verborgen Verleden (NTR).
Dat is al seizoenen lang een geraffineerd programma. Van Gelder (63) wist dat in 1947 zijn vader en moeder het eerste naoorlogse Joodse huwelijk in Amsterdam sloten met vier ouders aanwezig. Moeder Erni Dobes (89) had hem echter een hoop niet verteld: dat haar vader zes broers en zussen had, die nooit waren teruggekeerd. Dat zij met haar schoonfamilie in Zeist was ondergedoken in een buurt met veel NSB’ers .
Van Gelder ontdekt ook dat verre voorouders in het Brabantse Eersel , eind 18de eeuw, werden uitgescholden: „Smous, lust je spek?” Hun ruiten werden ingegooid en de katholieke bevolking wilde het aantal Joden beperkt zien. Maar de grootste emotie ervaart Van Gelder misschien wel als hij hoort dat hij verwant is aan de familie Goudsmit, die een garen- en bandzaak uitbouwde tot het warenhuis De Bijenkorf. Heel mooie televisie, over identiteit en onwetendheid.