Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

‘Assad kun je niet totaal omzeilen’

Militair ingrijpen boven Syrie in de strijd tegen IS kan volkenrechtelijk niet. Nog niet.

Het is volgens de regels , beaamt extern volkenrechtelijk adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken, de Amsterdamse hoogleraar André Nollkaemper. Nederland kan gelegitimeerd ten strijde trekken tegen de Islamitische staat. Dat wil zeggen: als de acties beperkt blijven tot Irak. De missie die Nederland met 380 militairen en zes F-16’s wil ondernemen is voorzien van het goedkeuringsstempel volkenrechtelijk mandaat. Politiek is zo een belangrijk beletsel voor actie tegen IS weggenomen.

De aanstelling van Nollkaemper kent een turbulente voorgeschiedenis. Zeven jaar lang spookte de vraag door de Tweede Kamer of de door het kabinet Balkenende in 2003 „politiek gesteunde” invasie van de Amerikanen in Irak volkenrechtelijk in orde was. In 2010 oordeelde een commissie onder leiding van de jurist Willibrord Davids dat, in tegenstelling wat premier Balkenende jarenlang had beweerd, de inval in Irak van 2003 een „adequaat volkenrechtelijk mandaat ontbeerde”. Bij Buitenlandse Zaken waren interne kritische juridische adviezen bovendien consequent ondergeschikt had gemaakt aan de politieke afweging om de VS te steunen.

Nollkaempers advies verscheen vorige week toen het kabinet al had besloten tot de missie. Over de vraag of het advies te laat is ingewonnen laat Nollkaemper zich publiekelijk liever niet uit. „Het belangrijkste is dat het advies beschikbaar is voordat er daadwerkelijk militaire middelen worden ingezet, en het ook een rol kan spelen in het parlementaire debat.”

U stelt dat in actie komen boven Irak volkenrechtelijk geen probleem vormt.

„Correct.”

Boven Syrië zou wel een probleem zijn.

„Zeker. De problemen die het kabinet in de brief aan de Kamer schetst, zie ik ook.”

De VS komen in actie boven Syrië. Houden zij zich niet aan het volkenrecht?

„De brief van de Amerikaanse vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties is wel in juridische termen geformuleerd. Er wordt daarin nadrukkelijk geprobeerd een volkenrechtelijke rechtvaardiging te vinden voor het gebruik van geweld. Zij schuiven het recht niet zonder meer terzijde, maar geven een andere lezing van dat recht. Voor Syrië kan je het criterium hanteren dat het land zoals dat heet, unable or unwilling is om op te treden, oftewel niet in staat of onwillend. Als er aanvallen vanuit Syrië zijn en er is in dat land niemand die kan of wil optreden dan kan er tegen de zin in van de regering worden ingegrepen. Maar waar ik niet in mee ga is dat die regering totaal omzeild wordt. Er is voor zover mij bekend ook geen poging ondernomen om die instemming te verkrijgen.”

Dat zou een erkenning van het Syrische bewind betekenen en dat wil men niet.

„We hebben in het verleden wel vaker regeringen feitelijk erkend omdat je er zaken mee moet doen. Neem Noord-Korea of landen in het Oostblok. Het erkennen van een regering betekent op geen enkele manier dat wij ons politiek gesproken achter zo’n regering op stellen.”

Premier Rutte zei dat zich een redenering laat denken die actie boven Syrië volkenrechtelijk legitimeert.

„Een resolutie van de Veiligheidsraad blijft een voor de hand liggende optie. Afgezien van die weg is de enige mogelijkheid die ik op korte termijn zie voor een actie boven Syrië dat daarvoor instemming van de Syrische president Assad wordt verkregen. Als hij die instemming niet geeft ontstaat het ‘unwillingness’ argument, maar van belang blijft dat je niet zonder de regering van dat land, hoe verwerpelijk je die ook vindt, bommen gaat gooien. Het consulteren van de regering Assad lijkt mij de logische weg voorwaarts.”

En als Assad niet instemt?

„In de lijn van een progressieve ontwikkeling van het recht kan je dat beschouwen als een volkenrechtelijk mandaat.”

Kamerlid Han ten Broeke (VVD) heeft het over volkenrechtfetisjisme.

„Dat vind ik een heel gevaarlijke uitspraak. Het volkenrecht beschermt ons en heel veel landen. Als je daarmee gaat schuiven ontneem je juist de zwakke landen een deel van hun bescherming.”

Humanitaire noodzaak zou ook een legitieme reden kunnen zijn voor ingrijpen.

„Maar daar hebben de Verenigde Staten zich niet op beroepen. Dat kan gaan spelen, maar de drempel voor humanitaire interventie als grond voor ingrijpen ligt hoog. Die ligt niet bij twee onthoofdingen. Dan moet het gaan om een grootschalige schending van rechten van de mens.”