Mijn vader was zeer vitaal, kristalhelder van geest en heel grappig.
Hij ging vorige week, na het uitlaten van de hond, in zijn fauteuil zitten.
Hij voelde zich niet lekker en zijn vrouw belde de huisarts.
Toen de ambulance arriveerde ging het wat beter.
Hij wilde met de dame van de ambulance de tango dansen. Mijn vader ging weer zitten, murmelde iets en overleed alsof hij in slaap viel.
Reanimatie bleek vergeefs.
Op zijn laatste verjaardag vroeg ik aan mijn vader hoe het met ’m ging.
Hij zei: „Goed jongen.
Ik ben nu 96 dus let jij maar op, dat wordt bij mij geen wiegendood.”
Wil Pubben
Een versie van
dit artikel
verscheen ook in
NRC Handelsblad
van 27 september 2014