De tijd van leiden vanuit de achterhoede is voorbij. De Verenigde Staten zullen het voortouw nemen in een langdurige oorlog tegen Islamitische Staat, in Irak, en mogelijk ook in Syrië. Dat zei president Obama vannacht in een televisietoespraak aan de Amerikaanse bevolking.
Obama zal de Amerikaanse militaire aanwezigheid in Irak vergroten. Hij stuurt 475 extra militairen, maar wil geen grondoorlog beginnen. De militairen moeten de Iraakse regering en de Koerdische strijders helpen. Verder zal hij de Syrische rebellen trainen en bewapenen, en sluit hij luchtaanvallen in Syrië niet uit. „Ik zal niet aarzelen actie tegen ISIL te ondernemen, zowel in Syrië als Irak”, zei Obama. „Dit is een kernbeginsel van mijn presidentschap: als je Amerika bedreigt, is er geen veilige plek.”
Een jaar geleden wilde hij ook militair ingrijpen in Syrië, maar hij moest door binnenlands en internationaal verzet zijn plannen staken. Nu wordt Syrië alsnog bij zijn plannen betrokken. Obama had onlangs een half miljard dollar beloofd om de rebellen te steunen, en zal het Congres vragen om een extra bijdrage.
De speech was heel anders van toon dan vorige toespraken en opmer- kingen over IS. Een week geleden nog waarschuwde Obama voor overhaaste reacties, en zei hij „nog geen strategie” te hebben. Vier keer gebruikte Obama het woord ‘strategie’, om de faux pas van vorige week weg te nemen. Zijn toon was nu, aan de vooravond van de herdenking van de aanslagen van 11 september 2001, patriottisch en strijdvaardig. „Wij Amerikanen accepteren onze verantwoordelijkheid om te leiden”, zei Obama.
De VS kunnen deze oorlog niet zonder internationale steun voeren. Obama zoekt die vooral in de regio en bij Europese bondgenoten. Toch maakte hij duidelijk dat Amerika’s rol leidend zal zijn. Een Libië-scenario, waar Amerika in 2011 een kleinere rol speelde, is niet aan de orde.
De strijd tegen IS wordt een proces van lange adem. Obama wil vermijden dat de VS een grondoorlog ingetrokken worden, en is daarom afhankelijk van bondgenoten ter plaatse. Hij beëindigde in 2011 de Amerikaanse betrokkenheid in de Irak-oorlog, en wil niet op dat besluit terugkomen. Op dit moment is militaire actie tegen IS populair onder de bevolking, maar dat kan veranderen als de eerste militairen sneuvelen. Daarbij staat zijn erfenis op het spel: Obama wilde breken met de oorlogen van George W. Bush.
Obama noemde twee oorlogen die volgens hem wel een voorbeeld moeten zijn om IS aan te pakken: de langdurige met drones ondersteunde campagnes tegen Al-Qaeda en Al-Shabaab in respectievelijk Jemen en Somalië.
Obama zal het Congres om toestemming vragen voor zijn strijdplan. Naar verwachting is een ruime meerderheid voor, al is er wel verzet onder linkse Democraten en libertaire Republikeinen. De stemming in het land is omgeslagen sinds de zomer van vorig jaar, toen een onwillig Congres er (mede) toe leidde dat Obama zijn aanvalsplan in Syrië moest staken.
De oorlogsbereidheid is opvallend, omdat er geen concrete dreiging is voor aanslagen van IS in de VS. Obama zei gisteren: „Hoewel we nog geen specifieke plannen hebben ontdekt [om toe te slaan] tegen ons land, hebben ISIL-leiders Amerika en onze bondgenoten wel bedreigd.”
Dat maakt de oorlog die Obama aankondigde, deels een preventieve oorlog. Hij slaat als eerste toe, om te voorkomen dat IS in Amerika zal toeslaan. Hiermee lijkt hij weer iets meer op zijn voorganger. Die maakte van preventief oorlogvoeren na de aanslagen van 11 september 2001 een leidend principe. De schaal van deze oorlog zal kleiner zijn, maar volgens Obama heeft Amerika een morele plicht in te grijpen. „Amerikaans leiderschap is de enige constante in een onzekere wereld.”
Bekijk de speech op nrc.nl/obama