De opmars van IS in Irak en Syrië stoppen. Met alle middelen, zeker ook militair en zeker ook met hulp van Nederland. Zelden was een grote meerderheid van de Tweede Kamer zo eensgezind als gisteravond, toen met de ministers Timmermans (Buitenlandse Zaken, PvdA) en Hennis (Defensie, VVD) werd gedebatteerd over Islamitische Staat, en hoe die een halt toegeroepen kan worden. Alleen de SP gaf te kennen dat Nederland niet moet meewerken aan het „uitvoeren van de Amerikaanse agenda” die president Obama enkele uren later zou uiteenzetten.
Illustratief voor de stemming in de Kamer waren de woorden van GroenLinks-fractievoorzitter Bram van Ojik. Zijn partij kent nog altijd een flinke pacifistische traditie, maar ook hij wil geweld en een Nederlandse rol daarin niet uitsluiten. „Ik zeg dat niet met plezier, maar wel met overtuiging. Waar genocide dreigt en misdaden tegen de menselijkheid aan de orde zijn, moeten die met alle beschikbare middelen worden tegengegaan.”
Elkaar overtreffende kwalificaties van Islamitische Staat zetten de toon van het debat. „Barbarij” (CDA’er Omtzigt), „een haatkalifaat, neandertalibaan” (VVD’er Ten Broeke), „een gevaar voor de hele regio, voor Europa, voor Nederland” (D66’er Sjoerdsma). Maar was het kabinet zich wel voldoende bewust van de ernst van de situatie, was tot gistermiddag de ongeruste vraag bij veel Kamerleden.
Nederland was in de strijd tegen IS nog niet veel verder gekomen dan scherfvesten en helmen voor Koerdische strijders die het tegen IS opnemen. En dat terwijl er sprake was van een door de Verenigde Staten geleide internationale coalitie om de strijders van het kalifaat tot in Syrië te bestoken. Waar was Nederland? In elk geval niet in de negen landen tellende coalition of the willing die afgelopen vrijdag in de marge van de NAVO-top in Wales bijeenkwam om plannen voor te bereiden.
Enkele uren voor het debat van gisteravond kwam dan toch in een brief van de ministers Timmermans en Hennis het verlossende woord. Ook Nederland was beschikbaar. Sterker nog: Nederland was van meet af aan beschikbaar. „Nederland is in gesprek met de Verenigde Staten en andere landen over de plannen van de coalitie. De Verenigde Staten verwelkomen de Nederlandse bereidheid deel uit te maken van de coalitie”, aldus beide ministers?
Maar waarom dan toch eerst die coalitie waar Nederland niet bij zat? Het had allemaal te maken met een „prozaïsche” reden, zei Timmermans gisteravond. Er was in Wales door vele landen over gesproken, maar toen één en ander informeel verder besproken moest worden, bleek de zaal niet groot genoeg om alle gegadigden te herbergen.
Nederland heeft dus wel zijn vinger opgestoken. Volgens Hennis reizen de komende dagen ook Nederlandse militairen naar de Verenigde Staten om mee te helpen aan de voorbereidingsplannen.
In een door VVD, PvdA, D66 en SGP ingediende motie wordt uitgesproken dat het voornemen van de regering „voluit” wordt gesteund. „Overbodig” dus, oordeelde Timmermans.