Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Het lobbyen is gedaan; nu gaat het weer om een beter Europa

Het team Juncker is bekend. De wijze waarop in veel plekken in Europa is gereageerd op de voorgestelde samenstelling van de Europese Commissie, laat perfect zien hoe het niet moet maar hoe het wel gaat in de Europese Unie. De Commissie staat bij uitstek voor de gemeenschappelijkheid van de 28 lidstaten. Maar in de eerste beoordeling in de hoofdsteden voerde het ‘welk-land-heeft-wat-binnengehaald’ de boventoon. Al die commissarissen zitten er straks niet voor hun land, maar juist voor de Europese Unie als geheel.

Het is een veilige wetenschap dat de euforie dan wel teleurstelling van korte duur zal zijn. De geschiedenis leert dat als de hoorzittingen in het Europees Parlement achter de rug zijn en de Commissie aan het werk gaat (1 november), de strijd die aan de samenstelling voorafging, snel vergeten zal zijn.

Met de Commissie zoals deze nu is voorgesteld, heeft Jean-Claude Juncker woord gehouden. Toen de christen-democraten hem voor het voorzitterschap kandideerden, werd hij door menigeen weggezet als representant van het oude Europa. Maar eenmaal gekozen beloofde Juncker een fundamenteel andere aanpak. De oud-premier van Luxemburg laat zich hiermee juist kennen als volbloed politicus die de heersende stemming prima aanvoelt. Die stemming is dat er geen behoefte is aan een alles tot in de details voorschrijvend Europa, maar aan een beter Europa.

De organisatiestructuur van de Commissie die Juncker voorstelt, geeft aan dat hij hier werk van wil maken. Het systeem van vicepresidenten annex clusterhoofden die verantwoordelijk worden voor de speerpunten van het beleid, betekent op papier het doorbreken van de verkokering. Maar papier is geduldig, zeker in Europa. Het zal nog moeten blijken of de vicepresidenten met hun beperkte staven de bureaucratische reflexen in toom weten te houden.

Aan de ervaring van de kandidaten hoeft het niet te liggen. Met vijf ex-premiers, vier ex-vicepremiers, negentien voormalige ministers en zeven terugkerende commissarissen zit er een machtige ploeg. Interessant is hoe Pierre Moscovici, afkomstig uit financieel probleemland Frankrijk, vorm zal geven aan de portefeuille economische en financiële zaken. Weet hij Parijs te disciplineren?

En dan is er natuurlijk de Nederlander Frans Timmermans, die eerste vicevoorzitter van de Commissie wordt en Junckers rechterhand. Met de portefeuille betere wetgeving moet hij het mindere, maar betere Europa vormgeven. Een post die aansluit op de Nederlandse houding ten aanzien van Europa. Dat Timmermans hierover ideeën heeft, liet hij de voorbije maanden diverse keren blijken. Het is te hopen dat hij ook de ruimte krijgt ze uit te voeren.