:format(webp)/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2014/09/ANP-28597091.jpg)
De plek in het oosten van Oekraïne waar vlucht MH17 is neergestort, is nog altijd te gevaarlijk om het onderzoek naar de vliegramp voort te zetten, schrijft persbureau Novum. Minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert zei vandaag dat de situatie nog niet stabiel genoeg was.
Volgens Hennis-Plasschaert wordt het staakt-het-vuren geschonden.
“Het bestand is en blijft broos. We hebben nog steeds mensen ter plekke die de ontwikkelingen op de voet volgen en zodra het kan, gaan we gezamenlijk terug naar de crashsite.”
De minister hoopt dat de missie nog voor het invallen van de winter kan worden hervat.
Stand-by om verder te gaan
Haar departement meldt dat Maleisische, Australische en Nederlandse militairen, politiemensen en vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken stand-by staan om weer in het rampgebied aan de slag te gaan. Hoofd van de repatriëringsmissie Pieter-Jaap Aalbersberg is woensdag teruggekeerd naar Kiev. Daar wordt hij op de hoogte gebracht van de laatste ontwikkelingen in het rampgebied.
Hennis sprak donderdag in Den Haag met haar Maleisische collega Hishammuddin Hussein over de situatie in Oekraïne. De minister meldde dat het een ‘goed’ gesprek was en dat Nederland en Maleisië ‘duidelijk’ op dezelfde lijn zitten.
Het onderzoek naar de ramp
Deze week werd bekend dat MH17, het toestel van Malaysia Airlines dat op 17 juli crashte boven Oost-Oekraïne, tijdens de vlucht “in stukken gebroken” is nadat “een groot aantal objecten” het toestel heeft “doorboord”. Dat stelde de Onderzoeksraad voor Veiligheid in een rapport. Die informatie kwam van zwarte dozen, de luchtverkeersleiding, radarbeelden en satellietfoto’s.
Ook is er studie gedaan op de plek waar het toestel neerstortte. Dat onderzoek heeft slechts in zeer beperkte mate plaats kunnen vinden omdat de conflictregio niet veilig genoeg was om te betreden. Het eindrapport van de Onderzoeksraad wordt naar verwachting ongeveer een jaar na de ramp gepubliceerd.